Klaas de Boer (*1873) en Trijntje Gelsche Hoogland (*1876-1909)
en Trijntje Samuels Schuiling (*1874)


Plaatsen in en om Pietersbierum uit het leven van Klaas en zijn echtgenotes:
1 Oorspronkelijke Hibma boerderij (Roosjestein).
2 De Hibma boerderij van Klaas zijn ouders waar hij tot 1911 boer was.
5 Plaats aan de Âldyk gebruikt door Omke Gerrit en Tante Afke; in 1911 verhuisde Klaas daarheen.
7 Het spultsje "Buitenleven", waar later nog neef Ynze Hyltjes woonde.
Voor verdere uitleg zie bij Klaas zijn grootvader Hibma met kaart Pietersbierum west.

Klaas (Sjoerds) de Boer en zijn oudere broer Ynze zijn geboren in Pietersbierum (1873, 1872) op de boerderij aan de weg naar Wijnaldum (zie kaart: 2). Zij leken erg op elkaar. Ze gingen naar school in Pietersbierum, bij meester Wynsen Faber, die veel van muziek hield (Fries Liedboek) en daarin ook les gaf. Ynze en Klaas waren beide muzikaal, Ynze speelde fluit en Klaas speelde viool.
Hoe Pietersbierum er in die tijd uitzag is beschreven in een "dag uit het leven van Ynze en Klaas in 1880".

Ynze en Klaas groeieden samen op. Naast de school aktiviteiten waren ze beide op kaatsen. Beide hebben daar ook prijzen gewonnen (zie de krant). En ze hielpen mee in de boerderij.

In 1895 stierf hun vader Sjoerd. De boedel wordt opgemaakt. Maar er verandert niet veel want Ynze en Klaas met moeder Lieuwkje nemen de verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de boerderij. Berichten over deelname van Ynze en Klaas aan kaatswedstrijden zijn er hierna niet meer.

Ynze zou in 1898 op de boerderij opvolgen. Opnieuw is er een boelgoed, in maart, om de goederen te verdelen. Ook onroerend goed wordt geregeld (zie advertenties en aktes).
Maar vier maanden daarna stierf Ynze. Hij was verloofd met Trijntje (Nynke) Samuels Schuiling (*1874), wees van Samuel R Schuiling, die was opgevoed door tante Nynke de Jong Schuiling en nicht Elisabeth de Jong te Sexbierum. Trijntje ondertekent de overlijdensadvertentie in de Leeuwarder Courant ook.

Klaas stond er, met de niet meer valide moeder Lieuwkje, nu alleen voor.....
Klaas huwde (eerder dan anders wellicht het geval geweest zou zijn) op 19-05-1900 met Nynke Hoogland.

Trijntje Gelsche Hoogland (*1876 op "Overzicht", Oude Bildtzijl) had als roepnaam Nynke (de friese vorm van Trijntje). Nynke was met 9 jaar wees geworden en daarna opgevoed door haar tante en oom Dirkje D de Jong Schuiling en Auke Lettinga (Dim en Aukom) te Sexbierum.

Met het huwelijk van Klaas en Nynke worden er ook testamenten gemaakt. En Klaas kocht delen uit de boerderij voor zich zelf (zie notariële aktes).
Klaas en Nynke namen in 1900 officieel het bedrijven van de boerderij (op de kaart: 2) over.
Daartoe was ook geld geleend van Ynzes voormalige verloofde Trijntje S Schuiling (door bemiddeling van haar voogd Ds Klaas R Schuiling).

Op de boerderij woonden in 1904 Klaas en zijn vrouw Nynke met hun zoon Ynze, en Klaas zijn moeder, Beppe Lieuwkje (Heerkes Hibma). De boerderij was van haar ouders geweest en Lieuwkje was er geboren, en later haar zoons Ynze en Klaas. Vanwege een later boedelscheiding moest veel verkocht woren. Nu was de boerderij eigendom van Haye Bruinsma in Wijnaldum.


Nynke, ca 1900

De boerderij had de ouderwetse vorm: een schuur met stal en in het verlengde van de stal het woonhuis. Het geheel stond met de achterkant aan de weg Pietersbierum-Wijnaldum. De ramen van de woonkamer waren op het NNW, dus haast geen zon. De ingang tot de woning was aan de zijkant via de bijkeuken maar je kon ook via de stal naar binnen. Iedereen sliep in bedsteden.

Beppe Lieuwkje had al langer een verlamde arm, waarschijnlijk door een hersenbloeding. En ze was incontinent geworden; haar was daarom aangeraden weinig te drinken. Zij had een eigen ledikant in de tussenkamer, waar Jap (de steun en toeverlaat; zie bij "Brand") makkelijk kon helpen, verschonen en zo. Daar lag ze vaak, of ze zat in een stoel met een sjaal om de rug.

Brand in 1904
Brand is een dramatisch gebeuren. Een brand op een boerderij is dat zeker vanwege de levende have. Op 19 december 1904 brandde de oude Pietersbierumer boerderij met langhuis af, de eerste aan de weg naar Wijnaldum (kaartje links).
In de krant verscheen daarover een bericht (Franeker Courant 22-12-1904). Zoon Sjoerd, die pas in 1909 geboren werd, wilde later meer over de brand weten en hij heeft Japke Braam-Norder (1908 getrouwd), die destijds daar "faam" en steun en toeverlaat was, gevraagd over de gebeurtenissen te vertellen. De notities die Sjoerd met Jap daarover maakte en het bericht in de krant leiden tot dit relaas (en de tekening met de indeling der boerderij).

Jap vertelde, dat op maandag namiddag, toen [de knecht] Pieter Kuiken pas weg was, de brand ontstond. In een ogenblik stond de schuur in lichterlaaie. Johanna Sluis (wegwerker) en Pieter "smid" Wiersma droegen Beppe Lieuwkje met bed naar de overkant, langs de brandende schuur, naar het huisje waar Krelis en Johanna (Siderius) woonden. Jap kreeg de waardepapieren in haar schoot om ze daar in veiligheid te brengen. Het kabinet werd er ook heen gebracht en Jap gaf de sleutel aan Klaas. Ook ander meubilair werd gered, daaronder de piano.

Franeker Courant, 22-12-1904

De 14 koeien, de paarden en twee varkens konden uit de stal worden gehaald. De brandspuit uit Sexbierum kwam wel gauw maar het hooi, een partij bewerkt vlas, en de meeste landbouw gereedschappen gingen in vlammen op. Gelukkig woei het niet hard, er stond een matige ZW wind *). De rook trok dus in de richting van Pietersbierum. De brand heeft tot ver in de avond geduurd. Om elf uur waren er nog steeds vlammen te zien.

De plaats wordt in 1905 als "stjelp" herbouwd.
Van enkele mensen op de foto is bekend wie het zijn.
Links van de deur staat Nynke met baby Auke, voor de deur Jap met een andere baby. De derde vrouw is Betje Siderius, en het jongetje dat voor haar op het muurtje zit is Ynze Klazes.

De voorste kamer, aan het eind van het langhuis, brandde niet op. Jap vertelde: Der wenne en sliepje eerst Lieuwkje, jim Heit en Mem mei de bern. Ze zei bern (kinderen) want vanaf twee maanden na de brand waren het er twee, op 25 februari 1905 was zoon Auke geboren.

De koeien konden by Omke Gerrit en Tante Aafke op de boerderij aan de Âldyk worden ondergebracht.

De boerderij was verzekerd, voor ongeveer f 11.000 bij de Onderlinge Brand-Verzekering-Mij te Achlum.
Haye Bruining, de eigenaar, wou eerst niet weer bouwen. Het land zou los verhuurd kunnen worden. Maar tenslotte werd toch besloten een stjelp te bouwen. Architekt werd Auke Lettinga, de pleegvader van Klaas zijn vrouw Nynke. Toen verhuisden Lieuwkje en jim Heit en Mem en de bern allemaal nei Aukom en Dim, op de terp in Seisbjirm.

De stjelp werd met de schuur parallel aan de weg gezet.**)  Zo kreeg het woon gedeelte aan de voorkant de volle zon uit het zuid-westen. De herbouw moet voorspoedig gegaan zijn. Voor de herfst werd de foto gemaakt.
Beppe Lieuwkje overleed in september dat jaar, ze was 74 jaar geworden. Zij staat niet op de foto....

In februari 1909 werd het derde kind, Sjoerd, in het opkamertje geboren. Zes weken na de geboorte overleed Nynke aan "sepsis" zodat Klaas met 3 jonge kinderen achter bleef. SKdB: Toen kwam de "âlde Grietje" (de moeder van Ate Travaille), die baakster was, eerst als hulp "omdat sa'n lyts bêrntsje earst fersoarging noadig hie!"

Kinderen van Klaas en Trijntje G Hoogland:
1900 Ynze (x Tite van der Veen), 1905 Auke (x Tjitske Oosterbaan), 1909 Sjoerd (x A Frieda M T Jager).
De namen van de drie zoons hebben een duidelijke herkomst. Ynze is genoemd naar Klaas zijn jong overleden broer Ynze Sjoerds (de naam Ynze komt sowieso bij de voorouders voor). Auke is genoemd naar Auke Lettinga en is dus een hommage aan de pleegvader van Nynke Hoogland (Aukom en Dim probeerden deze vernoeming te vermijden ten gunste van een naam uit Trijntje Hoogland's familie; daarover is een brief bewaard gebleven). Sjoerd is genoemd naar Klaas zijn eigen vader, maar misschien ook naar Klaas zijn oom, Klaas Ynzes.

Omke Gerrit Y de Boer (*1840, +03-09-1921) hield in 1910 met de boerderij aan de Âldyk op. Hij was 70 geworden en zijn zuster Aafke was overleden (*1833, +22-12-1910). Na overleg met de landheer trok Klaas daar op 28-03-1911 heen (150 pm; zie kaart boven: 5).  [ Wilde Klaas ook graag weg van de herbouwde stjelp, de plaats waar zoveel ellende was geweest? ]  Er is dan natuurlijk een boelgoed (zie Gerrit stopt).

Klaas had voor de huishouding en de verzorging van de drie zoons dienstmeiden maar dat liep niet altijd even goed.
 

Op 31-10-1912 hertrouwt Klaas met boven genoemde Trijntje (Nynke) Samuels Schuiling (*1874), voormalig verloofde van zijn broer Ynze. Volgens zeggen was het een huwelijk op haar initiatief (men kende elkaar immers). Nynke was na Ynzes dood Diacones in Leeuwarden geworden (zie foto rechts uit ongeveer 1905; daaronder haar "verpleegsters-kruisje"). Ze verzorgde daarna in Veenwouden haar oom Ds Klaas Schuiling (+1907) en tante Bauk (+1912) en bleef toen alleen achter. Deze Nijnke, later vaak "tweede mem" genoemd, was ontwikkeld, was een lieve vrouw met karakter. SKdB: Nynke Schuiling was ontwikkeld, hetgeen de opvoeding en vorming van de kinderen ten goede kwam. En: Zij hadden samen ook graag kinderen willen hebben, maar dat bleek niet zo te mogen zijn.

Klaas en Nynke II waren van 1911/12 - 1929 boer en boerinne op de "Pleats" aan de Âldyk.
SKdB: Als er weer schaapmelk was, en er "skjipke tsyskes" gemaakt werden, ging 't allereerste altijd naar Aukom en Dim, het tweede naar Gerlof en Jo (in Sexbierum), het derde naar meester Faber, het 4de naar Klaas en Jetske (in hun huisje vooraan in 't dorp), het vijfde naar Hyltje en Hanna.
Op de Pleats kwam vooral bezoek van: Gerke en Doetje Hibma (zoon van tante Klaaske Hibma), Klaas en Jetske (de Boer), en Hyltje en Hanna (de Boer), en heel vaak de kinderen van "Jentje-Om" (Hoogland).

Klaas richtte zich op de nieuwe boerderij (met een weer "compleet" gezin) op de kwaliteit van zijn bedrijf. Tussen 1912 en 1917 krijgt hij meerdere malen een prijs voor hoge kwaliteit zaaigoed (zie krant en aktes).

Omstreeks 1920 wordt het interessant electricteit naar de boerderij te halen. Klaas wordt bestuurslid van de "Coöperatieve Vereniging Electra in Barradeel". Die probeert de aandeelhouders van de gemeentelijke gasfabriek in Tzummarum te overtuigen. B. van der Mei (raadslid voor de S.D.A.P.) vindt hij aan zijn zijde. Het duurt tot eind 20er jaren voor de electrificatie van Tzummarum en de Bjirmen komt (zie "electra").
De vereniging Electra verzorgde Wijnaldum en de Hornestreek al in 1921 met stroom. Klaas heeft dan een electro motor die op een cement blok in de schuur naast de kleine deur gemonteerd is. Hij kan zo, b.v., met een eenvoudige dorsmachine (aangedreven door een drijfriem) snel binnengehaalde graanschoven in de schuur dorsen. En hij kan de aardappelsorteermachine in de schuur gebruiken.
Klaas werd ook Volmacht van het Waterschap "De Riedpolder".


Pietersbierum, huis van Klaas en Jetske, ~1910. Staat Jetske op de stoep?

Klaas Ynzes en Jetske hadden twee sier vazen (op een kast), die ze aan hun jongere neef Klaas (zoon van Sjoerd en Lieuwkje) gaven (met de erfenis) om ze later diens zoon Sjoerd te doen toekomen. De vazen zijn nog in de familie (bij een Klaas).
De geboortelepel met zijn naam en andere namen (zie onder bij geboortelepel) is ook nog in de familie (bij een andere Klaas).

Ondertussen zijn de zoons groter geworden. Ynze doet mee met kaatsen en alle drie krijgen ze hun scholing (zie studies).

In 1922 overlijdt Moeike Jetske Post, die in 1917 weduwe geworden was van Omke Klaas Ynzes de Boer. Na jaren op hun boerderij woonden ze als renteniers in het huis onderaan de terp aan de weg naar Wijnaldum. Klaas regelt de erfenis. Hij erft o.a. dat huis.

Klaas was een goede boer. Hij was met niets begonnen en werd een van de grootste boeren van "de Bjirmen" (Pietersbierum, Sexbierum, Oosterbierum).
De landeigenaar af en toe geld nodig en zo kon Klaas soms het bloot eigendom of het vruchtgebruik (of beide) van percelen kopen.

In 1926 koopt Klaas zijn eerste auto, een T-Ford. Het "Nummerbewijs" werd op 26-3-1926
afgegeven aan Klaas S. de Boer, Pietersbierum, gemeente Barradeel, kenteken .

In 1929 wilde zoon Auke graag trouwen met Tjitske Oosterbaan. Omdat Klaas heel goed met zijn zoon Auke kon (SKdB), werd Auke als snel opvolger als boer (met toestemming van de landheer), waarbij de afspraak was dat Klaas nog mee zou doen.
In dat jaar is ook een familieportret gemaakt (v.l.n.r.: Ynze, Klaas, Sjoerd, Auke, Nynke).

De Pleats aan de Âldyk zag er zo uit (schets; de fotos zijn van 1966; SdB).


Schets. De ligging van de boerderij met: (S) schuur, (K) koestal, (W, rood) woongedeelte, boombestand (groen), (B) de bleek, (A) het aardappelhok, (P) de "hynstejiste", de stelp (ook S) met schuur en drie woningen.

Foto vanuit het ZZW, links de stjelp, daarachter en rechts de grote schuur met woonhuis.

Rechts: foto vanuit het OZO, het woonhuis met grote tuin; rechts de wind haag, links de tuin met aalbessenstruiken en daarachter de bomen langs het aardappelhok. De nok van de schuur (met "uilebord" en bliksemafleider) is boven het woonhuis te zien.


Rechts: foto vanuit het NNW.
Links de boerderij, rechts de stelp, op de achtergrond de kerk van Wijnaldum.   Op de voorgrond staat nog een arbeidershuisje in het land; dat heette "Buitenleven". Daar woonde tot begin 50-er jaren Piter Hansies, een oud arbeider.

Klaas en Nynke II woonden als rentenier in het huis
helemaal rechts, aan de grenssloot tussen Pieters- en Sexbierum. Van daaruit was het huis van Aukom en Dim op de terp van Sexbierum te zien. Ansichtkaart van voor 1940, toen ze daar woonden.

Klaas en Nynke II trokken naar het dorp Pietersbierum in een nieuw huis onderaan de Walburgastraat (zie foto). Dat werd gebouwd door zwager Gerlof Miedema (gehuwd met Johanna Gelsche Hoogland), de timmerman en opvolger van Auke Lettinga.
SKdB: Klaas heeft het met het (eigenlijk te vroeg) rentenier zijn toch wel moeilijk gehad. Maar hij ging bijna elke dag op de fiets naar de boerderij en hielp (in goede harmonie) mee. De boerderij ging in die jaren, door de economische crisis, financieel niet gooed, maar eind jaren 30 werd het veel beter.

Eind jaren dertig maakte de oudste zoon, Ynze, filmpjes. Opnamen van Klaas & Nynke II in Pietersbierum, in huis, buiten op de fiets, en aan de zeedijk: 1938, filmpjes Klaas en Nynke (ongeveer een minuut, 20 Mb).

Een ander filmpje toont allerlei uit het dagelijks leven bij Pietersbierum en bij de boerderij: 1940, filmpjes Zeedijk, Jaaiker, Boerderij, Oogsten (ongeveer vijf minuten, 109 Mb). De kinderen zijn die van Ynze Klazes en Tite (Klaas Y., Maaike, Theunis), maar ook Klaas Aukes is te zien. Verder Auke Klazes en Klaas en Nienke II.

[Met dank aan C.Heegstra, en aan JEB & JOB]

Klaas kweekte in die tijd op de boerderij veldgewassen voor de "ZPC" (de Zaai en Pootgoed Combinatie). En hij zat in het bestuur van de Boerenleenbank en van het Groene Kruis.

Thuis had Klaas zijn groentetuin. En Klaas en Nijnke gingen veel naar familie op bezoek. In 1937 vierden ze hun 25-jarig huwelijk, niet in Pietersbierm maar bij zoon Sjoerd en vrouw Frieda, die vanwege de gezondheid in Zwitserland waren. Na thuiskomst zei Klaas: "Switserlân is moai, mar it is nearne moaier as op e seedyk in Pitersbjirrum".
Toen in de Tweede Wereldoorlog autos werden gevorderd, werd de T-Ford in onderdelen onder het stro in de boerderij bij Auke verstopt. Na de oorlog reed Klaas daar weer trots in rond. Maar al spoedig beperkte hij zich tot de fiets. Klaas had een speciale "opstap" aan de fiets, namelijk aan de linkerkant een stang in het verlengde van de achteras, waar hij zijn voet op kon zetten.

De kinderen en kleinkinderen kwamen vaak op bezoek in Pietersbierum. Vooral met de kerstdagen of met de jaarwisseling was iedereen er, en werden de resultaten van het jaar uitgewisseld, zoals de oogst en het landbezit (Auke), het notariaat (Ynze), en hoe de praktijk liep (Sjoerd).

Klaas was een slanke man, ongeveer 1m75 groot. Hij is zijn hele leven slank gebleven. Nijnke werd in de loop der jaren enigzins gezet; ze was steeds een lieve moeder en oma.

Nynke II kreeg in 1957 een hersenbloeding en overleed na twee maanden, op 18 januari 1958, zonder nog bij bewustzijn te komen, in het ziekenhuis in Harlingen.

Klaas bleef in het huis wonen en de hulp in de huishouding (Griet Vis) deed nu nog meer dan voorheen. Tot aan het laatst van zijn leven at Klaas de soep en de pap met dezelfde lepel, de geboortelepel van de familie. De soep moest in het bord borrelend op tafel komen. "Derfoar is't waarm iten" (daarom is het warm eten).

In die geboortelepel staan de opeenvolgende generaties gegraveerd: SY*1769, YS*1803, KY*1835, KS*1873 (en nu ook latere generaties). De lepel is dus niet steeds naar de oudste zoon gegaan want niet SY*1830 maar KY*1835 (de jongere zoon Klaas) kreeg de lepel. Echter, deze Klaas Ynzes en zijn vrouw Jetske kregen geen kinderen en de erfenis ging voor een groot deel naar KS*1873. [Bij die erfenis hoorde ook het huis aan de ingang van Pietersbierum waar Klaas en Jetske rentenierden (foto boven); dat huis erfde daarna door naar Auke Klazes.] De lepel is dus meestal niet bij de geboorte maar vaak later (met juiste initialen en geboortejaar) gegraveerd. De lepel is nu bij een latere Klaas.

In april 1959 verhuurde Klaas opnieuw twee percelen van zijn land in het "Fjouwerkant" aan de Achlumerdijk ten ZO van Harlingen aan zijn trouwe arbeider Pieter Post, die nog in de middelste woning van de stjelp woonde (handtekening uit dat pachtcontract).

Klaas overleed oktober dat jaar aan een korte longontsteking. Klaas werd tussen zijn twee Nynkes op het kerkhof te Pietersbierum begraven.
De twee witte graftegels boven de graven van Nynke Schuiling en Klaas markeren de plek waar schoolmeester Wynsen Faber en zijn vrouw Reintje Lourensz begraven zijn (Reintje links, Meester rechts). Het graf van Folkert Lourensz, het kind uit het eerste huwelijk van Klaas zijn moeder, is boven het graf van Nynke Hoogland te zien. [ Foto links: KSdB; 3 fotos rechts: archief Oud Tzummarum.]

Naar de advertenties en knipsels.

Kunnen de karakters van Klaas en zijn familieleden beschreven worden?
KSdB: Pake was aardig voor zijn kleinkinderen. Maar hij was wat stil. Ik kan me niet herinneren dat hij ooit over zijn jeugd en over de eerste boerderij met de brand en zo verteld heeft.
SKdB: Heit was nogal emotioneel. Hij wilde nooit naar het kerkhof want hij vreesde de emoties bij het graf van "eerste Mem". En hij kon niet goed over moeilijke dingen praten. Tweede Mem was zorgzaam, lief, en kordaat. Ze was een grote steun voor Klaas.
Frieda (de vrouw van SKdB), in 1980, tijdens een gesprek met kleinzoon Klaas Sjoerds:
Klaas had een strak dagrhythme (o.a. precies om 12 uur eten). Hij las de kranten nauwgezet. En hij was tamelijk uit zijn doen als zijn vrouw Nienke Schuiling naar haar familie op bezoek ging. Laat in zijn leven had hij "huidkanker aan 't oor". Hij kreeg zure druppen (waartegen?) en hij had een liesbreuk. Er is een periode geweest dat Klaas S. en "tik" had; hij stak dan tijdens het eten zomaar een hand achteruit.
En (van horen zeggen) over de zoons Ynze, Auke en Sjoerd: alle drie lijken op moeder Trijntje Hoogland.

SKdB: herinneringen van zoon Sjoerd aan zijn ouders.
JEB en JOB: Jan-Erik en Jan-Ole Baars, te Vierssen.
*) Weersverwachting in de krant (NvhN) van 18 december 1904 (zie tekst).
**) De in 1905 gebouwde stjelp is thans (2014) sterk in verval. Het gebouw is wel een "monument".

Naar Kwartierstaat met KdB & TGH.

(2019.01.30)   ks21m.html   oorspronkelijk 2011.08.04