Ynze Klazes (*1740) en Eelkje Lieuwes (*1730)
Sjoerd Ynzes (*1769) en Gerritje Kornelis (*1771)
Ynze Sjoerds de Boer (*1803) en Minke Klazes (*1804)
Ynze Klazes en Eelkje Lieuwes Ynze Klazes (*1740) was vanaf 1763 boer op "Gerroltsma" te Ternaard. Hij gebruikte ook de plaats "Indijk" (zie kaart 1768), ten N.O. van Ternaard bij het gehucht "'t Schoor" tot na 1788 (floreencohier). Ynze wordt van 1775 tot 1791 als Diaken gemeld in de afrekeningen van de Diaconie van de doopsgezinde gemeente in Ternaard.
Eelkje Lieuwes, geboren 1730 te Ternaard dochter van Lieuwe Marks
(leraar bij de doopsgezinde gemeente aldaar).
Eelkje hertrouwde 20-06-1762 met Ynze Klases.
Ynze liet zich op 20-05-1764 op belijdenis dopen.
In 1796/97 verhuist Ynze Klazes met zijn gezin naar Barradeel.
Voelde hij zich na 1796 niet meer welkom?
Hij wordt boer op "Groot Ropta" onder Wijnaldum
(zie kaartje: GR; zie ook
Notities).
Ynze wordt lid van de raad van de "Grietenije Barradeel". Op zijn tochten van Ropta naar het Grietenijbestuur moet Ynze langs de stins Hottinga gekomen zijn. Deze stins stond ten westen van de kerk van Pietersbierum, onderaan de terp. De stins was eigendom van de laatste Grietman, Jan van Echten, die in 1795 met de "franse revolutie", zijn functie had verloren. De stins werd echter nauwelijks bewoond en is later (kort na 1844) afgebroken. Zie Stinsen van Friesland. De tekening is uit 1753, door P.I. Portier.
Uit de Floreencohieren 1798 Barradeel, Wijnaldum:
Ynze Klazes op Nr. 28, Ropta, eigenaar P. Stinstra.
Groot 40 p.m., belast met f 40.
In 1818 is Ynze nog steeds de gebruiker.
Eelkje overlijdt in 1813.
Zijn jonge vrouw Trijntje Arjens Donia hertrouwt met Jan Jarigs Hibma en dit echtpaar is in 1828 gebruiker van de boerderij. Sjoerd Ynzes en Gerritje Kornelis Sjoerd is 1749 in Ternaard geboren, Gerritje in 1771. Ze trouwden in 1798 in de doopsgezinde kerk te Holwerd, een plechtigheid die door de overheid werd toegelaten en als een geldig huwelijk werd erkend.
Ze gaan in Midlum wonen (zie kaartje; zie ook
Notities).
In 1802 worden ze als lidmaat van de doopsgezinde kerk in Harlingen vermeld.
Kinderen: 1799 Minke (x Douwe Laansma), 1802 Klaas (+1804 verdronken),
1803 Ynze (x Minke K Postma),
1806 Eelkje (x Lamminga), 1810 Klaas (1831 x Sjoukje F Miedema).
Sjoerd hertrouwt op 1 april 1813 in Almenum met de 46 jaar oude Jentsk(j)e Tolsma uit Midlum, sinds 1803 weduwe van Tjeerd Volkers. Sjoerd zijn broer Sybren is een van de getuigen.
In 1818 is Sjoerd armenvoogd te Midlum.
Terug naar het kwartierblad SY en GK Ynze Sjoerds en Minke Klazes
Ynze is in 1803 geboren in Midlum
(ingeschreven in het register van de doopsgezinde kerk van Harlingen).
Ynze kon boer worden op een "greidpleats" (weiland, koeien) van 84 pm aan de zuidkant van Midlum. Minke moest dus karnen en ze nam vaak borelingen mee naar de karn-kelder en legde ze in het "bûteraerd" (en lange en brede ondiepe bak voor het kneden van boter). Minke was klein een bij iedereen geliefd. Kinderen: kind(+), 1830 Sjoerd (x Lieuwkje Heerkes Hibma), 1833 Aafke, 1835 Klaas (1866 x Jetske Post), 1837 Gerrit(+), 1840 Gerrit, 1842 Hyltje (x Johanna Faber), 1844 Kornelis (+1854), 1846 Gerritje(+).
In 1850 wordt Ynze boer op de plaats aan de Âldyk
(kaart: P; zie ook
Notities).
De gebouwen van deze boerderij waren nieuw want
bij een vreselijk onweer in 1843 was alles afgebrand.
Ook de Pietersbierumer toren en kerk waren uitgebrand.
Al spoedig blijkt dat vier zoons teveel was voor een bedrijf, ook omdat Sjoerd en Gerrit niet zo goed met elkaar konden opschieten. 1. - Zoon Sjoerd (was een beetje mank) trok er uit en werd kooltjer en vlaskoopman te Midlum. Hij trouwde 1861, zijn vrouw stierf 1868, een dochter Minke (*1862) nalatende. Hij hertrouwde twee jaar later, werd boer in Pietersbierum en kreeg nog twee zoons, Ynze en Klaas. 2. - Klaas (*1835) werd boer en ging later met zijn vrouw Jetske (*1844) naar een eigen boerderij (70 pondemaat; het Boelema leen, een boerderij in het Liauckema areaal). Hij was wel een goede boer, was een van de eersten die een zaai-machine had. Ze kregen geen kinderen. Ze woonden later tot hun dood (Klaas in 1917, Jetske in 1922) aan de west-uitgang van Pietersbierum aan de weg naar "de Pleats". Twee vazen werden vererfd aan hun neef Klaas Sjoerds (zie vazen).
3. - Gerrit (*1840, +1921) en zus Aafke
(*1833, +1910).
Zij bleven op de plaats "P" aan de Âldyk,
met heit en mem;
daar voedden ze de (halfwees geworden) dochter Minke van hun broer Sjoerd op.
4. - Hyltje woonde met Johanna eerst aan de weg naar Wijnaldum, later in "'t Brûn Peerdsje" (kroegje aan de weg van Pietersbierum naar Wijnaldum) Voor meer over plaatsen en huizen zie de kaart vanwege Hibma en de Boer aan de westkant van Pietersbierum. In 1869 staat er een advertentie in de Leeuwarder Courant met de uitnodiging een "kafmolen" te komen gebruiken. De molen is blijkbaar ontstaan uit investeringen van diverse boeren, daaronder Sjoerd Ynzes.
Minke overleed in 1877. Ynze zegt in de overlijdensadvertentie:
"49 1/2 jaar was zij mij eene trouwe gade",
en voor hare Kinderen was zij eene liefdevolle Moeder.
Ynze overleed in 1899, 96 jaar oud, op de boerderij.
Gerrit, Aafke, Klaas en Hyltje vormen dan een maatschap. Gerrit en Aafke zetten de boerderij voort (tot 1911).
Bronnen:
Terug naar kwartierblad YS en MK |
(2018.08.22) ks511m.html