Kwartierstaat van Sjoucke Meinderts (*1675)
Kwartierblad KS IX.342 naar overzicht |
|||||||||||||||||||
|
|
|
| ||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Sjoucke Meinderts |
Meinert Cornelis
Oudega was het bestuurscentrum van Smallingerland.
De familie Haersma, die vele Grietmannen leverde
(alle tussen 1625 en 1795) had daar hun stins "Haersma-State"
(Gesch. Small.* p.21-22).
Op korte afstand van de kerk was het gerechtshuis en er
liep een weg naar het zuiden, "Op de Wal" geheten.
|
In 1672 brak oorlog uit. De troepen van de Bisschop van Münster, "Bommen" Berend van Galen, dringen bij de grote aanval op de Verenigde Nederlanden op hun weg naar Leeuwarden in juli 1672 door tot in Smallingerland. Ze komen tot in Opeinde waar, zoals overal, geroofd wordt. De residentie van de Grietman Haersma te Oudega wordt niet bereikt want de Grietman had de "Hooge Weg" van Opeinde naar Oudega (met hoog water aan beide zijden) in opdracht van de Friese legerleiding laten doorgraven en barrikaderen. Het heet dat drie Munsterse soldaten omkwamen en op de Ruterpôlle zijn begraven (zie "Gesch. Smallingerland" p.23-24*). |
Kinderen van Meindert en Jetske: 1673 Sjouck(+), 1675 Sjouck,
1676 Sytske, 1678 Cornelis,
1680 Gielt/Gjalt, 1680 Maycke(+),
1683 tweeling Ebeltje (x Fooke Wytses) en Meinstke(+),
1685 Meintske(+), 1687 Albert(+).
Meinert overlijdt tussen 1696 en 1698.
Smallingerland, Inv. nr. 423, kerkelijke administratie (1658-1707):
Jets Albert kwam ook op kerkelijke vergaderingen.
Zij tekent (in het eerste boek) op 07-05-1697 met een handmerk,
later wordt ze niet meer vermeld.
In 1698 is Jetske voor 1/5 deel eigenaar van SC 44,
haar broers en zussen elk ook voor 1/5 deel.
Deze plaats behoorde dus aan haar vader of moeder.
In 1700 erft dochter Ebeltje het Rechthuis in Oudega;
haar initialen staan nog in de gevelsteen (zie
Cornelis Kooystra beeldhouwer).
Sententies Smallingerland Inv 23, RA 4372/2:
31-10-1702,
Jets Alberts weduwe van Bijsitter Meindert Cornelis voor zich
en voor 2 ongehuwde dochters mitsgaders Ate Rinnerts
als man en voogd van Sjouk Meinderts contra
Douwe (Insp/Jasp)ers herbergier en verlaatsman te Zuiderdragten.
20-02-1703 (RA 4372/3) wordt de zaak doorgeschoven naar
"Het Landschap" (de hogere rechtbank).
23-11-1706,
Jets Alberts enz (met Ate Rinnerts en Cornelis Meinderts)
contra Sybe Melles en Rixt Symens te Oudega.
Jetske overlijdt 1727/28.
In 1729 is in de Reëelcohieren te zien, dat de boedel nog ten dele
onverdeeld is.
Bij vier percelen staat "Bijsitter Meinert Cornelis erfgenamen"
met de naam van de gebruiker.
Volgnr. 56: een plaats land met huisinge en schuire, gebruiker Evert Kiers;
volgnr. 139: 11 mad maeden, gebr. Foocke Wytses,
Fooke is getrouwd met dochter Ebeltje
(deze Fooke bezit en verhuurt nr .99, een huis schuir en hovinge);
volgnr. 152: een kamp land, gebr Meinert Ates
(de kleinzoon via dochter Sjoukje);
volgnr. 158: een mad maeden (en 1/4 de part van een huisinge), gebr. Nicolaas Allardi.
Het huis Op de Wal wordt in 1729 niet als bezit van de erfgenamen genoemd,
het moet kort na 1725 verkocht zijn.
Eerste gegevens uit "Geschiedenis van Oudega (Smallingerland)"
van Kl.J. Bekkema, B.J. Friso, M.D. Sibma (1990, Oudega).
Met eigen verbeteringen en aanvullingen.
* P.van Schaik, J.J. Spahr van der Hoek;
"Geschiedenis van Smallingerland", Fryske Akademy nr 503,
de Tille, Franeker
(2019.02.02) begonnen 2012.06.15