Kwartierstaat van Sjoucke Meinderts (*1675)

Kwartierblad   KS IX.342   naar overzicht

nn
*
+

nn
*
+

x

nn
*
+

nn
*
+

x

nn
*
+

nn
*
+

x

nn
*
+

nn
*
+

x

Cornelis Meinderts ??
*
+

Harmke Meijnts ??
*
+

x

Albert Klazes
*
+ Oudega
(Boer)

Systke Lykles
*
+ Oudega

x ~1640

Meinert Cornelis
* ~1638
+ 1696-1699
(Bijzitter Oudega)

Jetske Alberts
*d 05-02-1643 Oudega
+ 1727/28

x 12-06-1672 Oudega

Sjoucke Meinderts
* 03-01-1675 Oudega
+ voor 28-12-1725

x Atte Rinnerts

De kerkboeken van Oudega beginnen in 1640....

Binnenhalen van het hooi, door Lingelbach 1664,
Nat.Gall. London.
Hooiland bij Oudega heette "maedland".

Albert en Sytske
Albert is in 1640 gebruiker van SC26 te Oudega. Het huis is in het dorp, het land ligt ten oosten van Oudega (zie kaartje, de rode stip is het huis). En er hoort nog een perceel bij aan de zuidkant van de zanding. In 1645 koopt Albert een windmolen te Oudega (Sm U 1-16...).
Kinderen: 1643? Jetske, 1645 Bouwe, 1648 Vry, 1656 Geert, ?? Klaas.

De kleine plaats SC44, juist ten westen van Oudega aan de noordkant van de weg, is in 1640 in het bezit van een zekere Alle Rinnerts.
In 1698 is die plaats voor 1/5 deel in bezit van elk der kinderen van Albert en Sytske (bij Bouwe zijn het diens kinderen).
Kon Albert SC44 na 1640 kopen en verliet hij SC26?

Meinert Cornelis

Oudega was het bestuurscentrum van Smallingerland. De familie Haersma, die vele Grietmannen leverde (alle tussen 1625 en 1795) had daar hun stins "Haersma-State" (Gesch. Small.* p.21-22). Op korte afstand van de kerk was het gerechtshuis en er liep een weg naar het zuiden, "Op de Wal" geheten.
Meinert werd bijzitter bij het gerecht te Oudega. Hij koopt op 07-04-1678 een huis Op de Wal (zie het kaartje uit Hisgis; zie ook de Coopbrief N in de beschrijving in 1725 van de boedel dochter Sjoukje).


Meinert was vanaf ongeveer 1675 bijzitter bij het gerecht.
Meinert huwt drie keer:
1. ?? met NN, kinderen 1665 Gryt, 1666 Riemke.
2.   24-03-1670 x Sjouck Minnerts, geen kinderen bekend.
3.   12-06-1672 x Jetske Alberts (+1727/28). Het paar doet in 1677 samen belijdenis te Oudega.
Jetske Alberts was eerder (1665) getrouwd met Gjalt Aebes (boer te Oudega) en had al de kinderen 1666 Aebe, 1668 Meijnts.

In 1672 brak oorlog uit. De troepen van de Bisschop van Münster, "Bommen" Berend van Galen, dringen bij de grote aanval op de Verenigde Nederlanden op hun weg naar Leeuwarden in juli 1672 door tot in Smallingerland. Ze komen tot in Opeinde waar, zoals overal, geroofd wordt. De residentie van de Grietman Haersma te Oudega wordt niet bereikt want de Grietman had de "Hooge Weg" van Opeinde naar Oudega (met hoog water aan beide zijden) in opdracht van de Friese legerleiding laten doorgraven en barrikaderen. Het heet dat drie Munsterse soldaten omkwamen en op de Ruterpôlle zijn begraven (zie "Gesch. Smallingerland" p.23-24*).

Kinderen van Meindert en Jetske: 1673 Sjouck(+), 1675 Sjouck, 1676 Sytske, 1678 Cornelis, 1680 Gielt/Gjalt, 1680 Maycke(+), 1683 tweeling Ebeltje (x Fooke Wytses) en Meinstke(+), 1685 Meintske(+), 1687 Albert(+).
Meinert overlijdt tussen 1696 en 1698.

Smallingerland, Inv. nr. 423, kerkelijke administratie (1658-1707):   Jets Albert kwam ook op kerkelijke vergaderingen. Zij tekent (in het eerste boek) op 07-05-1697 met een handmerk, later wordt ze niet meer vermeld.
In 1698 is Jetske voor 1/5 deel eigenaar van SC 44, haar broers en zussen elk ook voor 1/5 deel. Deze plaats behoorde dus aan haar vader of moeder.
In 1700 erft dochter Ebeltje het Rechthuis in Oudega; haar initialen staan nog in de gevelsteen (zie Cornelis Kooystra beeldhouwer).
Sententies Smallingerland Inv 23, RA 4372/2:   31-10-1702, Jets Alberts weduwe van Bijsitter Meindert Cornelis voor zich en voor 2 ongehuwde dochters mitsgaders Ate Rinnerts als man en voogd van Sjouk Meinderts contra Douwe (Insp/Jasp)ers herbergier en verlaatsman te Zuiderdragten.   20-02-1703 (RA 4372/3) wordt de zaak doorgeschoven naar "Het Landschap" (de hogere rechtbank).   23-11-1706, Jets Alberts enz (met Ate Rinnerts en Cornelis Meinderts) contra Sybe Melles en Rixt Symens te Oudega.
Jetske overlijdt 1727/28.

In 1729 is in de Reëelcohieren te zien, dat de boedel nog ten dele onverdeeld is. Bij vier percelen staat "Bijsitter Meinert Cornelis erfgenamen" met de naam van de gebruiker.
Volgnr. 56: een plaats land met huisinge en schuire, gebruiker Evert Kiers; volgnr. 139: 11 mad maeden, gebr. Foocke Wytses, Fooke is getrouwd met dochter Ebeltje (deze Fooke bezit en verhuurt nr .99, een huis schuir en hovinge); volgnr. 152: een kamp land, gebr Meinert Ates (de kleinzoon via dochter Sjoukje); volgnr. 158: een mad maeden (en 1/4 de part van een huisinge), gebr. Nicolaas Allardi. Het huis Op de Wal wordt in 1729 niet als bezit van de erfgenamen genoemd, het moet kort na 1725 verkocht zijn.

Eerste gegevens uit "Geschiedenis van Oudega (Smallingerland)" van Kl.J. Bekkema, B.J. Friso, M.D. Sibma (1990, Oudega). Met eigen verbeteringen en aanvullingen.
* P.van Schaik, J.J. Spahr van der Hoek; "Geschiedenis van Smallingerland", Fryske Akademy nr 503, de Tille, Franeker

(2019.02.02)   begonnen 2012.06.15