Ate Rinnerts (*1668) en Sjoukjen Meinderts (*1675)
Meindert Attes (*1705) en Dieuwke Jans (*1698)
Jan Meinderts Kooistra (*1732) en Dirkje Dirks (*1734)


Oudega en omgeving op de kaart van Smallingerland in de atlas van Schotanus; met dank aan Tresoar.

Ate Rinnerts en Sjoukjen Meinderts

Ate Rinnerts is 1668 te Oudega geboren.
Sjoukjen Meinderts is 1675 te Oudega geboren.
Ze trouwen in 1695.  Ate is boer en kooiker te Oudega (stemplaats 58). Ate en Sjouck doen 28-09-1705 belijdenis te Oudega.
Dank zij zijn verstandige stiefvader, Harmen Jans, lukt het tussen 1686 en 1696 alle aandelen in SC58 van familieleden te kopen (zie ks9341, Rinnert Ates en Harmen Jans, inclusief kaartje met de ligging van SC58).

Kinderen*: 1696 Rinnert (+1712), 1698 Sytske (+1717/25), 1705 Meindert, 1707 Jan(ske/sjen) (x Geradus Lourentius Osingh(a), koopman in Drachten, zoon van Lourentius Osigh en Eva Jans van Weperen), 1711 Albertus(+), 1712 Kornelis, 1715 Jelske, 1717 Maaike (x L(o/a)uwer(ens/ing) Jans, wagenmaker te Drachten).
In 1714 verliest Ate Rinnerts 7 koeien aan de veepest (Gesch. Oudega*). Ate Rinnerts wordt in 1717 genoemd als eigenaar van een eendekooi onder Oudega.
Ate overlijdt in 1717. Sjouckje overlijdt eind 1725 en op 28 december 1725 wordt de inventaris van Ate en Sjoukje (pdf, 110 kb) opgemaakt. Er komen twee curatoren over de kinderen. De eerste is Foocke Wytses, getrouwd met Sjoukjes zuster Ebeltje Meinderts (het echtpaar woont in Drachten en heeft geen kinderen, hij is boer en brouwer); Kornelis, Jetske en Maaike gaan bij hen wonen. De tweede is Luytsen Harmens, een zoon van "stiefgrootvader" Harmen Jans (zie bij Rinnert Ates).
De twee oudste kinderen (Meindert en Janke) leveren de informatie. De boedel is omvangrijk.
Er is de levende have (4 paarden, 15 koeien, jongvee, schapen, pluimvee, en een "partije Eijnen op de Kooijen" (er zijn op de kaart in de atlas van Schotanus iets ten zuiden van de "Westersanding" dicht bij elkaar 3 eendekooien te zien).

Het rechthuis en herberg te Oudega; tekening van Jacobus Stellingwerff (1723).

Het gereedschap voor het boerenbedrijf wordt in detail beschreven. Ook is er enig zilver, een "oirijser", enige lepels, een brandewijnskroeske, 42 zilveren knopen, en nog meer.
Verder is er veel landbezit. Ten eerste is er de zathe met de "huijsinghe" en schuur en een bijgebouw. Dan het deeleigendom van meerdere percelen, nog een huis, en twee keer het derde deel in een andere plaats met huis en schuur. Ook bezitten ze het kort na 1600 in Oudega gebouwde rechtshuis met herberg (wordt geerfd door Ebeltje, haar man is brouwer). In de opsomming worden de eendekooien niet genoemd. Van al dat bezit zijn de "Coopbrieven" voorhanden. En er zijn enkele obligaties zowel als enkele schulden.
Zoon Meindert zet de boerderij voort.

 

Zoon Kornelis Ates, die bij tante Ebeltje Meinderts en oom Foocke Wytzes opgroeit, heeft een kunstzinnige aanleg die gehonoreerd wordt. Hij wil beeldhouwer worden, naar het voorbeeld van broers van zijn zwager die voor de Oranje-Nassaus in Groningen werken. Kornelis verlaat in 1741 Drachten (hij is dan mr. beeldhouwer) en wordt burger van Groningen, alwaar hij zich Cornelis Kooystra noemt. Daar gaat het hem goed en hij vervult daar later ook vele bestuursfuncties.
In Oudega wordt in 1738 het "rechtshuis" met herberg na een grote brand herbouwd. Kornelis maakt de gevelsteen (nog steeds te zien), met Vrouwe Justitia en onderin de initialen van de eigenaars: FW:17-38:EM.

Herebank kerk Drachten.
Wapens van Louwering Jans en Maaike Ates Kooistra.

Ook is Kornelis verantwoordelijk voor de "herebank" in de kerk waarin het wapen van zijn zuster Maaike Kooistra en haar echtgenoot Louwering Jans (mr. wagenmaker) prijken.
Samengevat uit J.Dijkstra, 2005, "In jonge út Aldegea dy't furoare makke yn Grins"; in "Smelner erfskip" no.7


SC 58 in Oudega was vele generaties in bezit van de familie (stem- en floreencohieren vanaf 1640):
Ate Ates (*xx, +1651), vermoedelijk ook al zijn vader Ate Gerbes. Dan zoon Ate Ates, diens zoon Rinnert Ates (*1635, +1671). Tenslotte Atte Rinnerts (*1668, +1717/25) en (floreencoh. 1728, 1738) "de kinderen en erfgenamen van Ate Rinnerts". Meindert Attes is dan gebruiker.

Kaart van Oudega verkregen uit het digitale archief "Hisgis". De rood omrandde percelen vormen de plaats 58.
 
In 1748 is Grietman Haersma eigenaar.

Meindert Attes en Dieuwkje Jans

Meindert Attes is 1705 te Oudega geboren.
Dieuwke Jans is 1698 te Oudega geboren.
De eerste proclamatie van het huwelijk is op 30-03-1727. Trouwen&nbp;ze in 1732?
Meindert en Dieuwke doen 30-11-1728 belijdenis te Oudega.

Meindert wordt boer eveneens op de Kooiplaats (SC 58) ten zuidwesten van Oudega. De kinderen van Ate Rinnerts zijn gezamelijk eigenaar (1728, 1738).

Kinderen*: 1728 Sjoukjen(+), 1729 Ate/Atte, 1730 Sjouckjen(+), 1732 Jan, ~1734 Antje (x Kornelis Gerrits), 1737 Rinnert(+), 1739 Rinnert (later boer te Oudega), 1743 Pytter(+).

Volkstelling 1744: 1 hoofd, 6 personen; 4-0-0.  Quotisatie 1749: Boer, 3 volw., 1 kind: 28-10-0.
Meindert is in 1754 overleden. Curatoren over de drie minderjarige kinderen worden (25-11-1754; Smallingerland Inv.32 RA 4381/2) Lourens Jans (mr wagenmaker op het Zuid van Drachten), en Jan Coerts, de bestevaer.
Dieuwkje overlijdt in 1755 (Speciekohieren 1755: Meindert Ates en de vrouw overleden, de dochter in de plaats). Volgens de floreencohieren van 1758 zijn "de erven van de vrouw van Meijnert Ates" gebruiker.

Kort na Meindert's dood wordt grondbezit in een advertentie in de Leeuwarder Courant (23 en 30 Nov. 1754) te koop aangeboden (Meinderts broers en zusters waren mede-eigenaar). Het gaat hier om "los land", daaronder de eendekooi. In de advertentie wordt genoemd: Atte, de oudste zoon van Meindert, die in Vrouwen Gebuurte (= Lieve Vrouwenparochie, Het Bildt) schoolmeester was (zie onder bij Jan Meinderts), en Louwering Jans, Meindert's zwager (zie boven bij Ate Rinnerts).

"De curatoren over de nalatenschap van wijlen Meindert Attes, in leven huisman te Oudega, presenteren uit de hand te verkopen om aanstonds te aanvaarden, een deftige en wel tervangst geslagen kooi, beplant met een extra grote en schone Bosschue, hierbij ook twee deftige kampen lands bevoegt tot de koemelkerij, alles ten zuidwesten van Oudega gelegen. Iemand genegen zijnde dezelfde te kopen of te huren, adressere zich bij Louwering Jans, Mr Wagenmaker in de Drachten, of bij Atte Kooistra, schoolmeester te Vrouwen Gebuurte. Zegt het Voort."


Jan Meindert Kooistra en Dirkje Dirks

Jan Meindert is 1732 te Oudega bij Drachten (Smallingerland) geboren. Hij wordt smid en verhuist naar Stiens.
Dirkje Dirks (Durkje Durks) is in 1734 geboren te Stiens als dochter van de meester schoenmaker aldaar, Dirk Lieuwes, en diens vrouw Beitske Klaasses (van Jelsum).


Deel van Friesland op de kaart van Janson uit 1720. O=Oudega, S=Stiens.

Jan Meindert en Dirkje trouwen in 1757 te Stiens.
Kinderen in Stiens: 1758 Meinard (Jan is "meester smid"), 1760 Beitsche, 1764 Dirk, 1767 Djeuke, 1770 Tjitze, 1773 Sjoukje, 1780 Antie.

Na enige jaren wordt hij daar boer. Als hij 58 is houdt hij met het boerenbedrijf op. In 1790 staat in de Leeuwarder Courant dat drie gemachtigden:

"op 6 Maart 1790, 's middags te 1 uur, ten huize van den Castelein Kampert bij de Waag in de gewezene Fraterniteit te Leeuwarden bij de Pro. Palmslag verkoopen: een heerlijke stemdragende Zathe te Stiens, bij Jan Meinderts Kooistra, in huur tot Petrim Maij 1792, voor 443 Caroli Glds, groot 60 pm, in percelen.....".

Jan's broer Ate Meinderts Kooistra was schoolmeester, 1747-1748 in Opeinde, daarna in Vrouwen Parochie (Het Bildt). Hij werd in 1782 gekozen tot bijzitter bij het gerecht en gaf in 1784 de schoolbaan in Vrouwen Parochie op om zich geheel aan de Grietenij Het Bildt te wijden. Vanaf 1779 was hij belasting gaarder (floreenen) in Vrouwen Parochie. Vanwege al deze bestuurlijke aktiviteiten maakte hij in 1797 (na de franse revolutie) ook deel uit van het voorlopig bestuur van Friesland (van het "Twaalftal").
Ate Meindert trouwde 1765 met Baukjen Dirks. Ze kregen geen kinderen. Hij overleed in 1799.
In de loop van zijn leven heeft Ate veel grond kunnen kopen. Bij zijn dood is dat vermoedelijk naar zijn broer Jan vererfd.

Jan Meindert is in de loop van zijn leven rijk geworden.
In 1808 besloot Napoleon dat er een lijst moest worden vervaardigd met daarin de namen van de 600 rijkste personen in Friesland. De lijst is in 1809 gedrukt en daarop komt ook Jan Meindert Kooistra voor.

Jan Meinderts overlijdt in 1810.       Durkje Durks overlijdt in 1822 te Stiens.

Terug naar de kwartierstaat van JMK & DD.

* De gegevens zijn in eerste instantie ontleend aan "Geschiedenis van Oudega (Smallingerland)" van Kl.J. Bekkema, B.J. Friso, en M.D. Sibma (1990, Oudega). Daar is nog meer over de genoemde personen te vinden. Voorts eigen aanvullingen en verbeteringen.

(2021.06.10)   ks7341m.html   begonnen in 2012