Kwartierstaat van Atte Rinnerts (*~1668)
Kwartierblad KS IX.341 naar overzicht |
|||||||||||||||||||
|
|
|
| ||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Atte Rinnerts |
De kerkboeken van Oudega beginnen in 1640, die van Boornbergum in 1667.
In de boedelbeschrijving van Atte Rinnerts in 1725 worden vele "Coopbrieven" genoemd (zie pag.5 van de boedelbeschrijving) die informatie geven over de familierelaties en sterfdata van personen in dit kwartierblad.
De afstammelingen van Ate Gerbes en Rieme Rinnerts zijn in een diagram samengevat.
Vanwege de vele Atessen zowel als (gezien vanuit de 21ste eeuw)
on- of dubbelduidigheid van formuleringen in de oude documenten is er lang
gepuzzeld over wie nu wie was. En nog hoeft niet alles te kloppen.
Omdat er voor 1640 nog geen doop- en trouwregisters waren
is voor die periode ook de volgorde der kindern onduidelijk terwijl veelal de
dochters onbekend blijven.
|
|
Ate Ates en Feyck Lamberts
Bij hun huwelijk in 1649 zijn beide van Oudega.
De namen van haar ouders zijn afgeleid uit de namen van de eerste
kinderen van Ate en Feyck.
Ate wordt 07-11-1651 te Oudega op belijdenis gedoopt. De dag daarna
worden hij en zijn vrouw ingeschreven als lidmaat.
(Waren Ate's ouders dooprsgezind geweest en was dit zijn eerste belijdenis?)
Ate was tamelijk zeker zijn vader opgevolgd als boer op SC58.
Kinderen:
1650 Hiltje, 1651 Eryt, 1654 Rieme, 1655 Ryemke, 1657 Jan,
Rinnert, 1662 Ate, 1665 Teye.
Riemer, Jan en Teye overleden voor 1694 (zie akte Nedergerecht
uit 1694; onder), Rinnert al kort voor 1670.
Het lidmatenregister van Oudega meldt op 09-11-1673
Ate Ates met Feick Lamberts, ingekomen van Twijzel.
Waren ze verhuisd? Maar waarom?
Of waren ze in 1672 gevlucht voor de oorlog waarin het leger van de
bisschop van Münster, dat in het
Rampjaar
Overijssel, Drenthe en Groningen was binnengevallen, ook optrok
richting Oudega?
Uiteindelijk bereikten de troepen Oudega niet (zie Bekkema 1990).
|
Sytie Clases
Sythie Clases gebruikt de plaats SC26 te Opeinde.
Er is ook een Sythie Claes die in 1640 een deel van
SC18 te Boornbergum gebruikt.
Sytie Clases is in 1640 voor 1/3 deel eigenaar van SC54 in Oudega
(zie het kaartje rechts). Wie is wie en wie bezit wat?
Kinderen o.a. Luytsen.
Luytsen en Sjouck
Luitsen Sytses heeft in 1670 buiten de Hooidammen 8 mad maedland gekocht
(zie Coopbrief C).
Kinderen o.a.: Jancke.
Luytsen wordt op 11-07-1676 curator over het nagelaten weeskind van de
overleden Rinnert Ates (zie onder).
Luitsen en Sjouck zijn voor mei 1687 overleden,
want dan koopt schoonzoon Harmen Jans landerijen uit de boedel
(zie hieronder bij Rinnert en Jancke).
Juist in die tijd werd er door astronomen en theologen gediscussieerd over de vraag of kometen "tekenen Gods" waren of gewoon natuurverschijnselen (zie, b.v., van Gelder, 2013). |
Rinnert Ates en Jancke Luytsens . . . later . . . Jancke Luytsens en Harmen Jans
Rinnert en Jancke trouwen in 1666.
Kind: ~1668 Ate.
Rinnert overlijdt niet lang daarna.
Curatoren over het kind worden grootvader Luytsen Sythies
en Harmen Jans uit Boornbergum.
Vanaf 1696 zijn de curatoren Harmen Jans en de broer van Rinnert, Ate Ates.
Zoon Ate erft van zijn vader diens 1/5 deel van pakes boerderij (SC58).
Via koop verwerft hij:
in 1686 (onder leiding van voogd Harmen Jans) van Ate Ates kindeen weer 1/5 deel (Coopbrief B in
Inventaris Atte Rinnerts)),
in 1688 nog 2/5 van neef Sjoerd Teyes,
en in 1696 nog 1/5 van neef en nicht Jan en Jantien Riemers
(Coopbrief A in
Inv. Atte Rinnerts).
Nu bezit Ate SC58 volledig (voor de relaties zie het diagram bovenaan).
Janke Luitsens hertrouwde op 03-03-1671
(eerste proclamatie) met Harmen Jans, de curator over Atte.
Harmen is (via zijn vrouw) eigenaar en gebruiker van SC54 onder Oudega
en is bijna buurman van SC58.
Het huwelijk wordt pas op 13-01-1682 te Oudega bevestigd,
tegelijk met de doop op belijdenis van het echtpaar.
Dan worden ook de eerste 3 kinderen gedoopt.
Kinderen: (tussen 1671 en 1682) Ale, Luytjen, en Jan.
Dan worden nog geboren 1684 Syouck en 1687 Hemke.
Uit de huwelijksregistratie en de doop mag worden afgeleid
dat Harmen Jans doopsgezind was, en wellicht Janke en haar ouders ook.
Harmen koopt op 31-05-1687 als curator over Ate Rinnerts
diverse landen uit de boedel van Luitsen Sytses, de vader van zijn vrouw
(Coopbrief D t/m L), een soort erfenis dus,
en die goederen worden afbetaald in 1698.
Al met al wordt hier het fundament gelegd voor de grote en rijke zathe (SC58)
van Ate Rinnerts.
Aktes:
1686 − Coopbrief B uit boedelbeschrijving van 1725, waarin Ate
Rinnerts 1/5 deel van SC58 van de "Ate Ates Erfgenamen" koopt:
De ingeloste reversal in dato den 18 maij 1686 wegens coop van een
vijfde part van sekere zathe en landen met gelijke quota van de
huijsinge en schuijre sampt kooij etc tot Oudega bij Harmen Jans als
curator over Ate Rinnerts van de erfgenaam van Ate Ates voor 767
goltgulden, 14 stuiver gecoght en betaalt.
1688 − Sjoerd Teyes,
die in Grouw woont (zijn vrouw is van daar),
verkoopt 2/5 deel van de boerderij van pake aan neef Ate Rinnerts
(Small. Inv.69 RA4418/2 Fol.228, 1688):
Harmen Jans als geauthoriseerd curator over Ate Rinnerts naegelaten zoon van Rinnert Ates ..... ..... ..... op de coop van twee gerechte vijffte parten van seeckere sate en landen met huijsinge schuijre en hovinge bomen en plantagie sampt cleinhuis koij en gevogelte mitsgaeders veen ende wieren pro quota en verdere annexus onder voors[chreven] sate behorende exempt de legersteed op het kerckhoft aldaer, staende en gelegen onder de clockslagh van den dorpe Oudega met de vercooper mandeligh tegenwoordig bij de coper Harmen Jans gebruijckt en bewoont vrij van huijringe doch met lasten en floreen als anderszins hier genoemt .... ..... ...... alsoo vercofft en in coop becomen van Sjoerd Teyes wonende tot
Grouw voor een duisent vijffhondert negen en twintigh (1529) Ggl ijder gulden
28 stuijvers doende te betalen op termijnen .... ..... ........bij
aenvaerden van de resp..... ..... 25 januari 1688.
Hieruit blijkt dat bij de boerderij ook hoort:
een "kleinhuis", een kooi,
een "legersteed op het kerckhoft".
1694 − In een verkooptransactie van 1694
(Nedergerecht Smallingerland, Inv. 69, foto 266, folio 530)
is de hele familielijn gegeven. Samenvatting:
3 april 1694 [eerste proclamatie] Tijaard van Aijleva, grietman van Dantumadeel doet proclameren de aankoop van 12 roeden hoogveen in de Folgeren onder Noorderdrachten van Buwe Gerbens (die dit land verkreeg van Ate Rinnerts) in ruil voor 2 stukken land onder Driesum en daarboven nog 326 Caroli guldens. NB Kantlijn: Erijt Ates, Ate Ates en Hiltie Ates cum marito gesterkt, erfgenamen van Ate Ates hun wijlen vader, Jan Riemers en Jantien Riemers cum marito gesterkt, erfgenamen van Riemer Ates, Ate Rinnerts als erfgenaam van Rinnert Ates, allen voor hun zelven, samen met Ate Jans als erfgenaam van Jan Ates mede voor hemzelf en tevens Sioerd Teijes voor hemzelf en zijn zuster Trijn Teijes kinderen en erfgenamen van Teije Ates. Allen tesamen erfgenamen van Ate Ates die erfgenaam was van Ate Girbes en Rieme Rinnerts indertijd echtelieden hun wijlen voorolderen en aldus uit kracht van successie eigenaars van een derde deel van zekere 12 roeden veen gelegen in de Folgeren.
1696 − Jan Riemers verkoopt 1696 1/5 deel van de boerderij
van pake aan neef Ate Rinnerts.
Small. Inv.70 RA4419/1 Fol.107:
Ate Rinnerts cum uxure ...... op de coop van een vijffte part van seeckere zathe landts met huijsinge en schuijre hovinge en bomen en plantagie sampt kleijnhuijs koij en gevogelte mitsgaders veen ende wieren ende verdere annexen onder voors. zathe alles staende en gelegen onder de clockslagh van Oudega met de proclamant mandeligh welcke de vier vijffte parten toebehoort ende bij de echteluijden proclamanten selffs bewoont en gebruijckt zijnde de zathe in 't geheel beswaert met vijff floreen en 18 stuijvers in de schattinge voorts met Leppedick sampt vordere actien servituten en gerechtigheden daertoe en aen behorende. Alsoo vercofft en in coop becomen van Jan Riemers en Jantsen Riemers cum marito gesterckt voor de somma van achthondert vijff en seventigh (875) goltguldens ijder gulden 28 stuijvers doende, te betalen op twee termijnen en 1ste May dagen 1695 en 1696 resp telckens de gerechte helffte in vrij cost en schadeloos geldt breder vermogen,
de coopbrieff in dato den 4 Martii 1696 daer aff zijnde.
Gegevens over de afstamming in eerste instantie uit
"Geschiedenis van Oudega (Smallingerland)"
van Kl.J. Bekkema, en medewerkers.
Die gegevens zijn sterk verbeterd en aangevuld.
Bekkema, Kl.J., Friso, B.J., Sibma, M.D.,
"Geschiedenis van Oudega (Smallingerland)"; 1990, Oudega.
van Gelder, R., 2013, "Naar het aards paradijs - Het rusteloze
leven van Jacob Roggeveen ontdekker van Paaseiland";
Uitg. Balans p.38.
Mast, G., "Eendenkooien in Frysl&ascirc;n 1450-2015"; Noordhoek
SuW: R. Kippenhahn, 1997, in "Sterne und Weltraum", 1997, p.200.
(2021.06.11) begonnen 2012