Stamvaders Hoogland (1450-1600)
Sneek - Welsrijp - Stiens

Gegevens aanvankelijk uit het Hoogland Boek. De aktes van het Nedergerecht Hennaaarderadeel (NGH) zijn getranscriobeerd door Paul Borghaerts en zo overgenomen.

Pier toe Meylehûs en NN

Pier * ~1450. Pier wordt in 1494 en 1512 in de Sneeker reses boeken genoemd. Vermoedelijk voor 1534 overleden. Bekende kinderen:
1. ~1475 te Oosterend Meylehus: Sybe Pierszn Meylema; hij bloijft op Meylema wonen.
2. Mr Douwe Piers Meylema (1520-1544 pastoor te Welsrijp).
3. *~1490 Wattye (Watze) Piers Meylema, boer te Welsrijp.
4. Agge Piers Meylema (1530 pastoor te Oosterend).

Uit NGH blad105 R 10-06-1534: Vp huijden ist voor recht gelaten / da mr Douwe mijt zijn broederen ter eenre / ende Gerbrant Epe zn vuijt naem zijn stiepkinderen ter andere zijde / dat Gerbrant zijn versouck doen hij vuijten naem als bouen / vp mr Douwe zijnen broeders / ter cause van zeven gulden renten / verluijt Pier Melama testament gedaen heeft / bij de naeste waer bij gescrifte sal stellen / ende te bouck doen registreren / ende mr Douwe zijn broederen zijn allegare alsdan ook in te brengen ende te bouck doen te gijstreren / Actum vp supra.
Is Gerbrandt Epe de tweede man van Piers vrouw?

Hebben Pier en zijn kinderen last gehad van de strijd om de hegomonie in Friesland tussen Keizer Karel V en hertog Karel van Gelre? Heeft de "Zwarte Hoop" (1515-1523) bij hen geplunderd?
Stonden zijn kinderen die pastoor werden open voor de ideeën van Maarten Luther? Wat vonden ze van de verwoesting van het klooster (1535) bij Bolsward? Of gingen ze ook Menno Simons volgen?

Watze Piers Meylema

Watze is boer te Welsrijp (6 km ten OZO van Franeker).
Watze rtrouwt 1. x Hemcke.
Kinderen: Broer, Pier (in 1546 minderjarig), Appolonia, Gaets, Tiets, Tyamcke.
Watze trouwt 2. x Wick Reinsdr
Reyn, ~1535 Tyalling Watzes Meylema, Hincke, Botke, Foeckel, Pyp.
NGH blad 133 L 22-06-1536: Mr Fonger van wegen Dijorre Lolle zn voir hem ende zijn wijff ende Wopke Hessel zn voir hemzeluem / heft bijset ende allegiert voir recht hoe dat zije en de hoiren voirfaders dair op de zate dair zij nv vp woenen in voirtijden gewoent hebben naeste x xx ende xxx jaeren ende langer geweest hebben ende alsnoch sint in goede doeghdelijcke pessessie van een reedtweg mijt peerden ende wagenen voir Dijoere huijs af ouer na Watze huijs ouer Watze toirp aende suijdoester zijde om / voirts ouer zijn fennen nae Kingma tille (Nu buurtschap ten zuiden van van Harinxma kanaal) toe te rijden / contendierende dair omme dat zij in alsulcke possessie behoeren beschermt ende manuteniert toe woirden / ende dat Watze geholden sal wesen van alsulcke perturbatie als hij hem neuens dien gedaen heeft op toe holden tertijt hij horm vuijtte possessen mijt recht gewonnen heeft / ende dat hij gehouden zal zijn te libellieren / hoe hij hemluijden vuijt de voirs[creven] possessie vermeent toe crijgen / begerende tzelue alsoe bij mijn heer sententie voirclairt te woirden maeckende mentie van costen. Actum vt supra     Watze Piers zn heeft angenoemen hem tusschen dit ende die naeste wair toe bij raeden vpten v.s. settinge / ofte sijne settinge dair weder op toe stellen / en de bij de voirs[cruen] recht dach in des scriuers handen toe brengen / ende Dijoere en Wopke alsdan hoire bijraedt toe die naeste recht dach dair nae Actum vt supra
NGH blad 113 L 18-01-1542: Vp huijden is opsegginge Wattie Pier zn toe Welsrijp gedaen doen versoecke vanden abt te Lidlum neffens sekere landen ad proximam geses pendiert Actum vt supra en NGH blad 16 L 29-04-1542: Wattie Piers zn toe Welsrijp b.b. consent vp dat huijs daer hij in woent gecoft van Andries Siercks zoen. Zomma LXXX fl
Uit NGH blad 128 R 21-01-1543: Vp huijden is ter instantie van Mr Douue Pier zn Meijlama pastoer te Welsrijp mr Crisostomus Sibe zn [zoon van Sibe Piers], curator litis bijden gerechte van Hennaerderadeel geordineert tot salige Wattie Piers


Kaart van Franekeradeel met Franeker en Welsrijp (Schotanus 1715)

zoens jonxte weeskijnder vant eerste bed bij Hemcke getogen / ende dat nijet wijder dan in den scheijdinge tuscken den voirs[reuen] jonxte kijnder ter eenre / ende oltste kijnder van Wattie v.s.zijnde de oock van het eerste bed ter anderen / ende desen constitutie is mede geschijt doer instantie van ijtlicke van den altste Kijnderen. Actum vt supra

Watze bezat ook land in de sathe Lanckama in Welsrijp. NGH blad 205 R 28-01-1552: Tiete Wattije zn wonende binnen Oestereijndt heeft op vijff jaeren wedercoop vercoft Rens Dirx zn wonende binnen Sexbierum vier gouden guldens vrije jaerlicxe renten gaende wuijt die landen die Tiete angeerft heeft van zijn vaer Wattije Piers zn leggende tot Welsrijp in een zate hietende Lanckama voorden summa van tzestich enckele silveren daelers ofte den daeler voor xxviii st. Brabants gerekent luijt den coopbrieve ende quitantie zijnde in de date 01-05-1551.

Tjalling Watzes Meylema x Rieme Jarichs

Tjalling *153x? Hij was in 1561 boer op Eckema te Welsrijp, in 1568 te Sexbierum, en na 1571 boer op Lamckama te Welsrijp (zie ook laatste acte bij vader Watze).
Kinderen: 1570 Watze (x Foeckel Pieters), Mentse, Douwe, Jarich Tj (later boer te Stiens), Wick, Syts.

Terug naar de kwartierstaat van Tjalling Watzes en Rieme Jarichs.

Watze Tjallings x Foeckel Pietersdr

Watze *~1570. Hij was boer te Stiens.
1. huwelijk met Foeckel Pietersdr.
Kinderen: Wypck W (x Gerryt Gerryts; 1631 x Reiner Douwes van Anjum), Tjalling W (Stiens 1633 x Maeicke Wybes), 1610
Pieter Watzes (1631 x Trijn Aukes), Watze W (?)
2. huwelijk met Anna Tjallingsdr (+08-02-1635)

(2013.03.29)   ks9311m.html