De 16de eeuw - Voorbodes van veranderend wereldbeeld

15de eeuw - Maatschappelijke elitevorming en uitwassen

In de 14de eeuw verspreidde zich de pest epidemie met grote snelheid door Europa. De sterfte was groot, er waren dorpen waar iedereen stierf, op andere plaatsen viel het heel erg mee. Vooral in de steden bleef de ziekte voortwoekeren. Men had desondanks de neiging bij vertrouwde patronen en strukturen te blijven.

Door deze starheid werden in de loop van de 15de eeuw de machtsverhoudingen vaster. De adel verstevigde de greep op bezit en territorium. Door geschikte huwelijken en erfregelingen kwamen grotere gebieden onder één vorst. In de steden ontstond geleidelijk weer welvaart. De beroepsgemeenschappen (gilden) regelden de handel en wandel van de leden. Ook de kerk verstevigde de greep op het leven. De adel en de kloosters beheerden groote gebieden en lieten die gronden door de onderhorigen en de kloosterbroeders bewerken. Door schenkingen en erfenissen van devote burgers groeide het bezit van de kerk. De praktijk van de "aflaten" ontstond, de kerk bood vergeving van zonden tegen betaling aan. Leidende kerk-functies werden steeds vaker door leden van dezelfde adelijke families vervuld. De verkozen personen dienden vooral het behoud van macht.

In een dergelijke maatschappij, waar in feite geen "onafhankelijke" controle op het reilen en zeilen bestond, leidde dit tot ongewenste uitwassen. Omdat door de groei van de handel de welvaart in de steden verder toenam werden de spanningen met de heren groter. Immers, de adel financierde hun levensstijl uit belasting en pacht. Bij het landvolk ontstond ook ontevredenheid; zij waren vaak lijfeigene of horige en de landheer beschikte in feite over hun leven, ze waren eigenlijk slaven. Ook het strafrecht kende uitwassen van macht: arrestaties zonder process, manipulatie van argumenten, boetes die ten dele naar de magistraten gingen en vooral ook verbeurdverklaringen van bezit. In het algemeen kwam de last van deze feodale maatschappijstruktuur bij de laagsten in de hierarchie te liggen, zij die het werk deden en de voeding leverden: de boeren. Er kwamen steeds meer mensen in de bovenlaag zodat de last die op de boeren en het landvolk drukte verder groeide. Bij misoogsten leed iedereen honger, waren de belastingen niet meer te betalen en er ging steeds meer grond naar grootgrondbezitters.

In de 15de eeuw onstaat er af en toe gemor over dergelijke toestanden. Daarbij is te bedenken, dat onrecht wel gevoeld werd maar voor iedereen natuurlijk bij het "door God gegeven systeem" hoorde. Vermindering van de lasten lijkt overal nodig. Slechts een enkeling heeft het zelfvertrouwen om te protesteren. Soms is men men zo wanhopig dat het tot "oproeren" komt. Er zijn boerenopstanden, soms gestimuleerd vanuit de steden (zie voor Duitsland de boerenoorlog en de lijst van opstanden). Maar ook de burgerij verdedigt zijn rechten en komt tegen willekeur in opstand (zie b.v. de Gentse opstand 1450). Eind 15de begin 16de eeuw trekken er bendes en legertjes door het Duitse Rijk, vaak met de naam "de Zwarte Hoop".

1517 - Maarten Luther: Verwording van de kerk, de Reformatie

Kerk en geloof

De beweging der "moderne devotie" (van Geert Grote in Deventer in de 15de eeuw tot Erasmus begin 16de eeuw) legde de nadruk op de eigen beleving van het geloof. De beweging kreeg grote navolging in Deventer en omstreken, later in de hele Nederlanden (vooral ook in Vlaanderen en Atrecht) en in het Rijnland. Men zag nu de fouten in de kerk en was bereid voor het eigen zieleheil het heft in eigen hand te nemen. Maarten Luther, een monnik in midden Duitsland, vond dat het gedrag van de kerk met de "aflaten" (het verkopen van papieren als bewijs van de vergeving van zonden) en het soms liederlijke gedrag van geestelijken (vooral van de hoger geplaatsten zoals hij dat in Rome had meegemaakt), verworden was en ver van het ideaal van de bijbel verwijderd geraakt. In 1517 maakte hij een papier met zijn "stellingen" aan de deur van de slotkerk te Wittenberg vast. Het was niet ongebruikelijk zoiets te doen, in vele steden fungeerden deze plekken als een muurkrant. Zijn stellingen leidden tot veel bijval.

Luthers krtiek werd snel wijd en zijd bekend. Die verbreiding ging snel met behulp van de inmiddels efficiente kunst van het drukken. Ondanks vermaningen van de paus hield Luther aan zijn mening vast en hij werd op een concilie veroordeeld. In 1522 gaf hij de duitse vertaling van het Nieuwe Testament uit en zo kon het volk voor het eerst zelf lezen wat er in de bijbel staat. In 1524 stichtte hij de eerste "protestantse" gemeente, trad uit de kerk en trouwde een voormalige non. Vooral het uittreden uit de kerk werd door de heersers als een groot misdrijf beschouwd.

Ook in de Nederlanden werden zijn opvattingen gewaardeerd. Zeker in de handelscentra werd er steeds meer over gesproken, zoals in de steden Antwerpen en Gent met een naar de wereld open bevolking. Er volgden spoedig arrestaties met veroordeling en terechstelling (zie Tachtigjarige oorlog). In 1523 vonden de eerste verbrandingen van "ketters" in de Nederlanden plaats. De augustijner monniken Jan van Essen en Hendrik Voes, die in Antwerpen het woord van Luther verspreid hadden, werden op de Grote Markt van Brussel terecht gesteld. Daarna deden de overheden in de bougondische landen minder, wellicht dacht men dat het wel zou overwaaien. In 1534 ontstond de grote beweging van de wederdopers (uitroepen van een dopers koninkrijk) in Münster, een koninkrijk dat in bloed werd gesmoord. Daarna kwam er de beweging van de zeer vreedzame en van de wereld afgekeerde Mennonieten (volgelingen van Menno Simons). De reformatiebeweging won steeds meer terrein en de vervolging der "ketters" nam toe. In 1555 werd in het Duitse rijk de "Godsdientsvrede van Augsburg" gesloten: de vorst bepalde wat het geloof in zijn streek/land/staat zou zijn.

Politieke consequenties

Omdat in 1540 de koning van Frankrijk en Karel V weer in oorlog geraakten, een oorlog die vooral in de zuidelijke Nederlanden werd uitgevochten, moest er geld voor de krijg komen. Dat voerde tot een verhoogde belastingdruk. Vooral in de jaren na 1544 leidde dit tot een grote publieke schuld, met dus hogere belastingen, waar geleidelijk verzet tegen kwam. Na het aftreden van keizer Karel V in 1555, ging zijn erg katholieke zoon Philip II (die als koning van de Nederlanden opvolgde) aktief de "ketterse" ideeën onderdrukken. De Lage Landen werden door spaanse legers bezet om ze beter te kunnen controleren. De kosten van het leger moesten, zoals meestal, door het land zelf opgebracht worden. Er werden weer nieuwe belastingen ingevooerd, daaronder de tiende penning. Dit leidde tot veel protest en onrust. Ondertussen was er (1563-1570) de "Noordse oorlog" tussen Denemarken en Zweden waardoor vaak de Sont (en dus de toegang tot de Oostzee) voor handel was afgeloten. Dat leidde tot armoede en honger in de Nederlanden. Nadat tot twee keer toe een verzoek tot matiging bij de geloofsvervolging en hulp voor het bestrijden van de armoede door de Landvoogdes was afgewezen onstond er in West Vlaanderen een spontane beweging die de kerk van alles de schuld gaf. Kerken werden geplunderd en beelden stukgeslagen. Deze "beeldenstorm" breidde zich snel over de Nederlanden uit (maar niet overal kwam het tot deze onlusten). In de steden, die de reformatie waren toegedaan, werden katholieke kerkdiensten verboden.
Door deze ontwikkelingen en represailles werd het vele "protestanten" te onveilig en ze vluchten voor het spaanse geweld. Vanuit Antwerpen vluchtte men naar het noorden of naar Engeland. Vanuit de noordelijke gewesten in de Nederlanden en uit Holland vluchtten velen naar Embden in Oost-Friesland.

Alles met elkaar werden de Nederlanden rijp voor verandering. Toch waren er vele streken waar alles rustig en bij het oude bleef. In deze situatie schaarde graaf Willem van Nassouwe, de officiele stadhouder van Holland, zich in 1567 aan de kant van de protesterenden. Graaf Willem werd zo de leider van de strijd om het bestuur zelf te regelen. Daarbij was de reformatie een belangrijke factor, maar het ging Willem vooral om rechtvaardigheid van het bestuur. Uiteindelijk werden de noordelijke Nederlanden een "republiek" los van Spanje.

In de Nederlanden leidde dit alles, van de opvattingen van de Moderne Devotie tot de gevoelde noodzakelijkheid van de opstand, tot een afkeer van de kerk. Het zelfstandig bepalen wat men dacht en geloofde werd algemeen. Ook was het veiliger niet te nadrukkeliojk voor je opvattingen uit te komen, want bij wisselende krijgskansen (en wisseling van landsheer) zou je alleen veilig zijn door vooral op het gebied van religie niet op te vallen.

1572 - Tycho Brahe: Stella Nova

De deense astronoom Tycho Brahe zag op 11 November 1572, vanuit Kopenhagen waar hij woonde, aan de hemel een heel bijzondere ster. De ster stond in het sterrenbeeld Cassiopeia.

Tycho's 1572 Supernova uit zijn publicatie

Op de 11de dag van November, 's avonds na zonsondergang, keek ik naar de sterren aan een heldere hemel. Ik zag daar een nieuwe ongewone ster, die de anderen overstraalde in helderheid, bijna recht boven mijn hoofd. En omdat ik sinds mijn jeugd alle sterren aan de hemel precies kende, was het duidelijk dat daar nooit een ster was geweest, geen zwakke en zeker geen die zo helder was als deze. Ik vond het zo verbazend dat ik aan mijzelf twijfelde, maar toen ik merkte dat ook anderen deze ster zagen nadat ik ze op die plek wees, was het me duidelijk dat het echt zo was. Een wonder zoals nog nooit eerder is gezien, in alle tijden sinds het begin van de wereld. [Vrij naar een engelse vertaling van dit deel uit Brahe's publicatie "Stella Nova"; zie ook SN 1572 in Wikipedia.]

Tycho Brahe vervolgde deze ster nauwgezet. De "Nova" bereikte al gauw een helderheid vergelijkbaar met die van Jupiter, en later die van Venus. Aan het einde van November begon de ster zwakker te worden maar bleef tot in Maart 1574 voor geoefende waarnemers met het blote oog te zien. De telescoop was nog niet uitgevonden, dat gebeurde 1608 in Middelburg in Zeeland (zie telescoop). [ Veel later werden zulke sterren, die plotseling helder worden en dat lang blijven, "supernova" genoemd. ] De ontdekking van de Nova betekende dat de hemel niet vast en onveranderlijk was.

1610 - Galilei: versnelling van de verandering

Galileo Galilei ontdekte de wetmatigheden van de vrije val en met een door hem verbeterde telescoop in 1610 de manen van Jupiter (ze draaien om Jupiter, een ander "wereldcentrum"), kraters op de maan, en de schijngestaltes van Venus. Vooral zijn met opzet (vanwege bedreigingen van de kant van de paus) buiten Italie gepubliceerde boek (Dialoge delle nuove Scienze; 1638 Leiden) met de discussie van twee mogelijke wereldbeelden (het "kerkelijke" en zijn nieuwe), versnelt de verandering. In dat boek wordt de lezer uitgenodigd zelf (heel slim de lezer de keuze te geven) het beste wereldbeeld te bepalen.

Luther had het zijne over de bijbel en de "leer" van de kerk had gezegd. Anderen volgden met verdergaande ideeën. De verspreiding van gedachtengoed ging snel vooral ook omdat in de "vrije" Nederlanden (in Antwerpen; later in Holland) alles gedrukt kon worden. De Stella Nova gaf, samen met de ontdekking van Kepler en Galilei dat de planeten om de zon draaien en niet om de aarde, stimulansen voor de erkenning dat de bijbelse leerstellingen ook over deze werkelijkheid onjuist waren. Dit gaf de aanzet tot nieuwe opvattingen over het hoe en waarom van de natuur in algemene zin. Het tijdsbesef verandert door de klokken van Huygens en de geologie van Nicolaus Steno. Maar het zou nog tot later in de 17de eeuw duren voordat het wereldbeeld in bredere kringen echt veranderde.

Bronnen:     Oosthoeks Encyclopedie (1960),     nl.wikipedia.org ,     de.wikipedia.org ,     en verder:
Cohen, F., 2007. "De herschepping van de Wereld. Het ontstaan van de moderne natuurwetenschap verklaard"; Prometheus.
Israel, J.I., 1998. "The Dutch Republic - Its rise, greatness, and fall 1477-1806"; Clarendon Press, Oxford.
Jansen, H.P.H., 1999. "Kalendarium - Geschiedenis van de Lage Landen in jaartallen"; Spectrum.
Pleij, H., 2011. "Anna Bijns"; Uitg. B.Bakker.
Tuchman, B., 1978. "A distant mirror - The calamitous 14th century".

(2012.12.30)   16de-eeuw.html