Tiete Tietes (*~1730) & Sytske Reinders (*1736)
Reinder Tietes de Jong (*1769) & Rinske Cornelis Crap (*1770)

Tiete Tietes (de Jong) en Sytske Reinders

Tiete is 08-11-1754 doopsgezind gedoopt te Oude Bildtzijl. Tietes ouders zijn tot nu toe niet bekend.
Sytske deed 05-11-1756 doopsgezind belijdenis te Oude Bildtzijl.
Hun huwelijk had de eerste proclamatie op 18-04-1756 in St Annaparochie. Tiete is van St Annaparochie, Sytske van Vrouwenparochie.

Sytskes vader was in 1743, haar moeder in 1749 overleden. Haar stiefvader Jan Douwes zet de boerderij voort. De Reëelcohieren 1750-1758, Nieuw Bildt nr 11: Reiner Ockes kinderen.
Sytske volgt met Tiete op de boerderij van haar ouders op. Het gaat om Stem 23 (groot 31 1/2 morgen) plus een deel van Stem 21+22 (9 morgen en 461 Roeden). Tiete staat op die boerderij vermeld van 1763 tot en met 1791 (Stem- en Reëelcohieren);  1793, 1794 Tiete Tietes weduwe. Ze verlaat de boerderij in 1796 (Speciecohieren), en gaat naar "Het Gebuurte", 2 schoorstenen. Ze overlijdt daar in 1804.

Kinderen (jaren afgeleid uit overlijdensaktes): 1761 Tiete, 1764 Antje, 1767 Grietje, 1769 Reinder, 1774 Gelbrig.

Tiete was aktief in de pariotten beweging, die grote herzieningen in het bestuur wilden (met als voorbeeld de beweging in Frankrijk). Zijn zoon is op zeker moment naar Frankrijk gevlucht.
Tiete overleed in 1793, Sytske in 1803.

Reinder T de Jong en Rinske C Crap

Reinder werd in 05-02-1769 geboren in Oude Bildtzijl (Registre Civique 1811/12, kantoor Hallum; stemgerechtigden). Zijn vader was boer.

Opmaat tot Revolutie
Ook in Het Bildt was rond 1785 (in de liberaal denkende phase voor de franse revolutie) de tegenstelling tussen behoudende "prinsgezinden" en liberale "patriotten" acuut geworden. Prins Willem V had zich laten verleiden oude misbruiken laten herleven. Daaronder was het verkopen van ambten, Grietmannen jonger dan 20 jaar, het geven van stemrecht aan huizen/plaatsen met te weinig land (stemrecht had men alleen bij voldoende landbezit) om stemmen te kopen. De opgerichtte patriottise vrijkorpsen deden in de zomer aan "excercitien", in de winter werden in de Societeiten politieke geschriften bediscusieerd. Op het Bildt was vooral St Annaparochie patriottisch.
Naar aanleiding van gebeurtenissen elders in de Nederlanden werd het in 1786 de excercitie-genootschappen verboden samenkomsten te houden. Een van de vormen van protest was dat de leden blauwe "kleppen" op de jas gingen dragen en zich met blauwe cocardes of met blauwe mutsen tooiden. In Franeker werd onder leiding van Johan Valckenaer, jurist aan de universiteit van Franeker, een "onafhankelijke landdag" gehouden en daar trokken uit de "Bjirmen", Menaldumadeel en het Bildt 1000 man van de vrijkorpsen heen. In Franeker verklaarde men nu het echte bestuur van Friesland te zijn. Er waren nu dus twee besturen....  Dit alles leidde tot een "burgeroorlog".
Ondertussen kwamen steeds meer door de Staten Generaal gestuurde (staatse) troepen Friesland binnen. De friese vrijkorpsen verzamelden zich bij Stiens. Bij een van de eerste geloste schoten barsttte het kanon van de patriotten en men vluchtte letterlijk naar alle kanten, velen naar het buitenland (vooral Frankrijk), maar ook velen werden gearresteerd. De leider Peisel werd veroordeeld en gestraft (herfst 1787), voor minder belangrijken werd een algemene amnestie afgekondigd. Dit alles was gebeurd zonder bloedvergieten.
    Samengevat uit:  H. Sannes, "Geschiedenis van Het Bildt" Deel II  en  J.I. Israel, "The Dutch Republic"

Tot de naar Frankrijk gevluchten hoorde Reinder Tietes de Jong (GvhB II, p.285). In 1795 werd Nederland door Frankrijk veroverd en konden de laatsten der gevluchtte patriotten veilig terugkeren (zie bij Revolutie).

Rinske werd geboren in 1770. Rinske's vader was Diaken van de doopsgezinde kerk. Hij was een liberaal en Rinske's broer Theunis was aktief in het in 1787 opgerichtte "Comite Revolutionnair" van Friesland (zie bij Revolutie). In het Bildt werd toen een nieuw voorlopig "Bestuur en Gerecht" gemaakt en Rinske's vader Cornelis Theunis was een van de 9 leden.

Reinder huwde Rinske (beide zijn van liberalen huize) in 1795, nadat na de revolutie en met de amnestie alles weer rustig was. Hij werd ook lid van het invloedrijke Leesgezelschap van Vrouwenparochie Ledige Uren.

Uit de Speciekohiren 1798, Het Bildt, nr 25: 1 1/2 schoorsteen, 6 volw., 5 koeien, 3 rieren, 7 paarden, 26 p.m. bezaaid land; belasting f 75-6-12.

Kinderen van Reinder en Rinske:
1797 Sytske Reinders, 1798 Wytske, 1799 Tiete R de Jong (Tiete wordt later gemeenteraadslid van St Annaparochie), 1801 Cornelis, 1802 Trijntje(+), 1803 Okke, 1805 Aafke, 1806 Teunis, 1809 Trijntje, 1810 Dirk RdJ (x Trijntje Schuiling) (die op de boerderij opvolgt), 1814 Ymkje.

Na de "Fransche Republiek" en de inlijving bij Frankrijk kwam er een nieuwe grondwet (besloten in 1811). Daarin was vastgelegd dat de N.H.Kerk niet langer de staatskerk was, er werd een "Burgelijke stand" ingevoerd (de registers van de N.H.Kerk waren niet langer de "officiele" bevolkingsregisters), en dat mensen met een ander geloof niet langer van publieke ambten waren uitgesloten. Zo konden doopsgezinden nu ook openbare functies vervullen.

Kaart uit 1855 met Oude Bildtzijl.  dJ markeert de boerderij van Reinder Tietes. Hij huurde de boerderij en is in 1832 eigenaar van een deel van een aangrenzende kavel. Volgens het Registre Civique 1811/12, kantoor Hallum, woonde Reinder te Vrouwenparochie nr 216.

Reinder was een goed boer en had als patriot aanzien. Uit "GvhB" Deel III:  Per 1-1-1812 was hij benoemd tot "maire" van Lieve Vrouwenparochie en bleef dat tot 1816. Daarna werd hij gemeenteraadslid (voor OLV) en ook lid van de Grietenijraad hetgeen hij tot zijn dood in 1833 zou blijven.
Er is een aantekening van secretaris Sipma van de doopsgezinde gemeente over het uiterlijk van Reinder toen hij Maire was: "een zwaar gebouwde, bezadigde man" (zie Schuilingboek, p.16).

Hij huurde de boerderij. In die periode werd deze boerderij twee keer te koop aangeboden. De advertenties zijn uit 1813 (zie Journal du Departement de la Frise, 18130612) en uit 1821 (zie Leeuwarder Courant 18211005).

In zijn functie als burgemeester nam hij vele taken op zich en heeft (met zijn liberale houding) onbureaucratisch gehandeld. Zo vond hij goed dat het huwelijk van de doopsgezinde voorganger Ds Roelof Schuiling vanwege het slechte weer op de boerderij van diens Klaaske plaats vond (en niet op het gemeentehuis).

In de "GvhB" (deel III) worden veel aktiviteiten van Reinder genoemd.
 

Van Reinder en Rinske zijn silhouetten bewaard gebleven gemaakt bij de bruiloft in 1814 van Roelof Schuiling en Klaaske Rienks.
Ze zijn ook in de "GvhB" weergegeven.

1797 Schoolvoogd. Hij zette zich zeer in voor een goed salaris voor de onderwijzer. Nog steeds was de niewe school niet geregeld. Maar in 1819 werd het definitieve besluit tot niewbouw genomen. De oude school werd afgebroken en tijdens de nieuwbouw werden de lessen in de Dsgd kerk (Ds Schuiling) gegeven. In de gevelsteen, aangebracht bij de inwijding op 1 december 1819, staat ook de naam van Reinders zoon Dirk vermeld (zie GvhB III, p.141 ff; en foto).
1812, Maire. Ook na de wisselingen van de macht (Koninkrijk der Nederlanden) bleef hij (werd hij) schout.
1814, eerste gecommitteerde bij de "Brand-Assurantie-Scieteit op het Bildt". 
1816, benoemd tot lid van de 9 leden tellende Grietenijraad (legde niet de eed maar de "verklaring" af). 
1825, 3 Feb., dijkdoorbraken, één vlak bij Reinders boerderij. Als Assessor treedt hij in naam van de Grietman algemeen regelend op. 
1825 Aug., nieuwe structuur van de Grietenijraad, Reinder is weer lid (tot 1833). 
1826 woedt er een kwaadaardige ziekte in Friesland; commissie voor OBZijl van Ds Schuiling, Reinder T de Jong, Joh P Hoogland. Er stierven in 1826 en 1827 twee keer zoveel mensen als normaal. 
1827 lid van commissie Schutterij. 
Ook werd hij Diaken bij de ongeveer 100 leden tellende doopsgezinde gemeenschap.

Reinder en Rinske rentenierden in een huis in Oude Bildtzijl (kaartje kadaster 1832 uit Hisgis).
Reinder overleed, op bezoek bij zijn dochter, in 1833 te Blija (ten huize van Rienk Jans van der Ley, de vroed- en heelmeester).
Rinske overleed in 1838 te Vrouwenparochie.

Huwelijken van hun kinderen: Sytske 1823 met Gjalt Hendriks de With, Wytske 1831 met Jan Hendriks de With, Tiete 1829 met Sybrigje Jans Vierssen, Okke blijft ongehuwd (+1837), Aafje blijft ongehuwd (+1840), Trijntje 1841 met Migchiel Alberts Dijk, Dirk 1839 met Trijntje Schuiling, Ymkje blijft ongehuwd (+1837).

GvhB= H. Sannes, "Geschiedenis van Het Bildt"; 1953, Weever, Franeker (Deel I, II, III).
J.I. Israel, "The Dutch Republic - Its rise, greatness, and fall - 1477-1806"
"Schuilingboek" (1973); S.K. de Boer & P.Willems, redacteuren.
Met dank aan Jouke Posthumus voor de tip over de verkoop advertenties van 1813 en 1821.

Terug naar de kwartierstaat met RTdJ en RCC.

(2021.03.28)   ks541m.html   begonnen 2012