Kwartierstaat van Theunis Cornelis (*1737)

Kwartierblad   KS VI.25   naar overzicht

Wybren Rochus
*d 12-1649 Ternaard
+ na 1708 Ternaard
(Boer)

Hiske Pyters
*
(b 17-11-1682 Ternaard)
+ 1687

x

Aucke Cornelis
*d 05-04-1658 Ternaard
+ 12-1728 Ternaard
(Boer)

Antje Fransses
* Rinsumageest
+ ~1690? 1706? Ternaard

x 15-06-1684 Ternaard

Jan Gosses
*
+

Trientie Teunis
*
+

x 29-01-1669 Ternaard

Doede Jacobs
+ voor 1698 Hantum
(Boer)

Tiedske Jans
+ na 1698
(Boerinne)

x

Pytter Wybrens
*d 21-01-1683 Ternaard
+ ~1743 Ternaard
(Boer)

Sybrich Aukes
*d 1686 Ternaard
+ ~1715 Ternaard

x 05-05-1709 Ternaard

Teunis Jans
*
+ voor 1728
(Boer)

Antie Doedes
* van Hantum
+ 16-12-1737 Ternaard
(Boerinne)

x 04-03-1702 Hantum (Westdongeradeel)

Cornelis Pytters
*d 10-01-1712 Ternaard
+ 1758 Ternaard
(Boer)

Tjitske Teunis
* ~1705
+

x 31-05-1733 Ternaard

Theunis Cornelis
* 30-03-1737 Ternaard (Westdongeradeel)
+ 15-04-1798 Ternaard

x Doetje Dirks van der Mey

Voor de ligging der genoemde boerderijen/plaatsen zie de Kaart van Ternaard van 1768 van Schotanus.

Wybren Rochus en Hiske Pyters
Kinderen: 1683 Pyter, 1685 Jan(+), 1686 Jan.
Hiske overlijdt in 1687/9, Wybren is in 1691 lidmaat als weduwnaar.
Wybren hertrouwt 02-10-1692 met Sytske Douwes en ze worden dan 1695 samen als lidmaat genoemd, in 1712 te Nes (West Dongeradeel).
In 1698 is Wybren vermeld als boer op stemplaats 13 "Hayma" (sinds 1660?) en op stemplaats 8 Holewey (zonder huis, 32 pm land). In 1708 nog slechts op Hayma.
Kinderen 2de huwelijk: 1694 Douwe, 1695 Trijntje, 1696 Gerlof(+), 1698 Auckje, 1703 Hiske, 1705 Gerlof.

Aucke Cornelis en Antje Franses
Op 17-07-1684 worden ze als echtelieden in N.H. kerkboek vermeld. Aucke was boer op "Weisein" (floreencohieren 1698, 1708, 1718, 1728), net als zijn vader. Weisein ligt vlak bij Hayma en Holewey (Wybren Rochus en Hiske).
In 1728 is Aucke "bijzitter" bij het gerecht.
Kinderen: 1686 Sibrichjen, 1688 Cornelis.
In Ternaard trouwt in 1693 Aucke Cornelis met Rinske Annes (van Ternaard). Is dit een tweede huwelijk? Zij was eerder gehuwd met Hoite Haies, wagenmaker te Holwerd.
Aucke overlijdt in 1728. Uit de beschrijving van de boedel Aucke Cornelis blijkt dat hij welgesteld was!

Jan en Trientie
Bij hun huwelijk is hij van Nes (Westd.), zij van Wierum.

Hisgis kaart boerderij Fitse onder Hantum

Doede Jacobs en Tiedske Jans
In 1698 is de weduwe van Doede Jacobs gebruiker van Stemplaats 3, "Fitse", onder Hantum (zie kaartje Hisgis), en ook (nu wordt Tiedske met naam genoemd) van Stemplaats 9, "Lania", onder Ternaard, een heel kleine plaats iets ten westen van Fitse. Fitse is op de kaart van Schotanus te zien ten ZW van Ternaard.
In 1707 wordt de meerderjarige dochter Janke van Doede Jacobs in de NH kerk van Hantum gedoopt. Is Doede Jacobs ook de vader van Antie (zie onder bij Antie Doedes)? Dat past ook perfect bij de namen van de kinderen van Antie Doedes, dan zijn namelijk alle vier grootouders benoemd. Daarom is Antie zeer waarschijnlijk dochter van Doede en Tiedske. Het gezin was doopsgezind en verdere gegevens zijn (nog) niet gevonden.

Pytter Wybrens en Sybrich Auckes
Boer op plaats no.45 "Ydlaard" (stemkohier 1728), ten noorden van het dorp Ternaard aan de dijk.
Kinderen: Wybren, 1710 Antie, 1712 Kornelus, 1714 Sybren(+).
Sybrich sterft.
Pytter hertrouwt 1716 met Teetske Hoytes.
Kinderen: 1717 Sybren, 1718 Jan(+), 1720 Hiske, 1724 Hoyte, 1725 Jan, 1727 Rochus, 1728 Ulbe, 1731 Trijntie, 1733 Sybrig, 1736 Wyger.
Na Pytters dood is "Pyter Wijbrens weduwe" nog "brukerse" (1748, 1758). Met huis en 104 pm land is het een van de grootste plaatsen van Ternaard in die tijd.

In 1748 en 1749 is er onrust in West-Dongeradeel, zoals op veel plaatsen in Noord Nederland (ook in Holland en Oost-Friesland). Men protesteert tegen de oligarchie, de geringe rechten der burgers, en vooral tegen het "verpachten" van de belastinginning (vandaar het pachtersoproer). Het volk in de meeste gewesten steunen de Prins van Oranje die nu, na het "tweede stadhouderloze tijdperk", overal erfelijk stadhouder wordt (zie, b.v., Israel 1998, Ch.40). Men verwacht ook verbeteringen in het bestuur.
Diegenen in Friesland die verandering wilden, kwamen in juni 1748 in Leeuwarden bijeen, eerst in de pas gebouwde "Grote Kerk", later in "De Doelen", waarvan ze de naam "Doelisten" kregen. Er werd een lijst met 72 wensen tot verandering opgesteld. Maar van de gewenste hervormingen komt vrijwel niets terecht, omdat de Prins van Oranje er tegen is, behalve het doorvoeren van een algemene vaststelling van de waarde van ieders bezit, de Quotisatie van 1949. Keizer (1980) beschrijft de gebeurtenissen, die hier heel beknopt worden weergegeven.
Reboelje in Dongeradeel   Begin juli ontsaat er onrust in West Dongeradeel over het uitblijven van de bestuurlijke verbeteringen. Op 1 juli 1749 trekken enige mannen door de streek ten oosten van Holwerd om medestrijders te gewinnen. Meerdere dorpelingen en boerenzonen sluiten zich aan. Op 2 juli in de nacht trekt de oproerige gemeente vanuit Ternaard naar Holwerd waar zij 's morgens te 5 uur de klokken gaan luiden. Als men met vijandige bedoeling naar het huis van de grietman wil optrekken, verzet koopman Sjoert Joosten zich daartegen, zodat de stemming omslaat en de aanvoerders de vlucht nemen. De stadhouder vereert later de koopman met twee gouden penningen. Vanwege deze "reboelje" worden vele mannen gearesteerd, in het "Blokhús" in Leeuwarden vastgezet en veroordeeld. Een ervan krijgt de doodstraf en wordt in Leeuwarden onthoofd, vele andere werden op het schavot gegeseld en gebrandmerkt en voor kortere of langere tijd verbannen. Maar de aanstichters van het oproer bleven wellicht buiten schot (o.a. Claas Lolkes Hulshuis, die op tijd naar Oost Friesland en daarna naar Hamburg vluchtte).
Onder de door het Hof in Leeuwarden op 12 en 14 juli veroordeelden (de aangeklaagden moesten het zonder verdedigers doen) zijn ook [zie b.v. Keizer p.91-92, p.115]:  Wybren Pytters, Ternaard, gegeseld, gebrandmerkt en 7 jaar verbanning uit Friesland (hij had lang en aktief de klok van Holwerd als oproep tot oproer geluid); en  Hoyte Pytters, Ternaard, 1 jaar verbanning uit Friesland.  Ook Rochus Pytters was gearresteerd [p.88] maar komt weer vrij. Diegenen die verbannen werden moeten "Leeuwarden binnen 's daags sonneschijn, en het land binnen den derde dage" verlaten hebben.

Het moet voor moeder en weduwe Teetske een hele zorg geweest zijn. Eerst de arrestaties en dan twee zoons verbannen. Dat betekende minder werkkrachten op de boerderij!
Zoon Kornelis (zie hieronder) hield zich kennelijk buiten de reboelje, hij gebruikte sinds 1742 "Herwey", in huur van de Grietman....
Quotisatie 1749: Boer, swaer huisgesin, 10 volw., 80-16-6. 
In 1757 wordt het bezit genoemd vanwege de belasting (Ternaard volgnr 29): 2 schoorstenen, 9 hoofden, 4 koeien, 1 rier, 7 paarden, 55 pondemaat bouwland.
1760: de weduwe obiit, nu de erven.


Areaal van de boerderij Herwey ten zuiden van Ternaard, zoals te vinden in "Hisgis".

Teunis Jans en Ant(i/j)e Doedes
Teunis Jans wordt na 1700 (floreencohier, zie Hisgis) boer op "Herwey" (SC4) onder Ternaard (zie tekening hier onder); eigenaar is dan Epo van Aylva.
In 1728 is de gebruiker de "weduwe Teunis Jans" (floreencohier).
Op 04-05-1714 worden Teunis en Antie op belijdenis in de NH kerk van Hantum gedoopt. Van beide wordt vermeld "en was doopsgezind". Op 10-06-1714 worden hun kinderen ook in Hantum gedoopt:
1705 Tjitske, 1706 Doede, 1707 Trijntje, 1710 Jacob en Jan; hun geboortejaren zijn afgeleid uit de inventaris opgemaakt 1737 na Anties overlijden.
De ledenadministratie der doopsgezinde gemeente Ternaard: mei 1729 Antie Doedens ingekomen van Hantum; 1732 Antie weduwe.
In 1737 wordt na Anties overlijden op Herwey onder de eerlijke zorg van zoon Theunis en dochter Trijntie de inventaris van Antie Doedes, weduwe van Teunis Jans opgemaakt. Dochter Tj(i/e)tske en man Cornelis zetten het boerenbedrijf op Herwey voort.

Cornelis Pyters en Tjetske Teunis
In 1742 boer en boerinne op Slot "Herwey" (SC4, 130 pm) in Ternaard (eigenaar is "de Edele heer van Burmania", later raadslid). Herwey is in 1781 slechts 89 pm. In en vanaf 1748 gebruikt Cornelis Pyters ook resten van landen van de Sathe Peyma (13 pm) achter Hantumhuysen, in 1778 ook nog 11 pm van "Het Blauhuis" (eigenaar Burmania).
De veepest was voor het bedrijf zeer nadelig. In 1745/46 kwamen bij Cornelis 5 koeien, 3 rieren en 1 hokkeling om (lijst van gestorven vee voor de Staten van Friesland).
Bij de quotisatie 1749 wonen op Herwey 5 volwassenen (het echtpaar en 3 arbeiders?) en 4 kinderen; belasting 65-0-2.
Kinderen van (C/K)ornelis en Tjietske: 1737 Theunis (x Doetje Dirks van der Mey; worden boer en boerinne op haar plaats Reinsma), 1739 Antie, 1742 Pieter, 1745 Jan/Johannes (later boer op Herwey), 1747 Antje, 1750 Siebrig, 1753 Jacob, 1755 Pietje.

Er bestaat het geschrift de "Geschiedenis van Herwey" door schoolmeester Krol in Ternaard (zie ook Stinsen in Friesland). Herwey (Hereweg) stamt uit begin 15de eeuw toen een familie "van Herwey" al een Grietman voor Dongeradeel leverde. In 1596 is Ernst van Aylva eigenaar, vanaf 1720 de familie van Burmania. In 1723 is Herwey getekend door Jacob Stellingwerf met als tekst: 't Slot te Tennaert in Westdongerdeel, behoort Douwe van Aylua grietman (tekening Herwey in 't Friesch Museum).
Burmania overlijdt 1783, Cornelis Pyters in 1785. Vanaf 1786 is zijn zoon Johannes Cornelis boer op Herwey. In 1795 wordt Herwey in stukken verkocht (zie voor gebeurtenissen in dat jaar bij Revolutie), later afgebroken. De slotgracht was in 1962 nog gedeeltelijk te herkennen.

Israel, J.I., 1998, "The Dutch Republic - Its Rise, Greatness, and Fall 1477-1806"; Oxford Univ. Press.
Keizer, D.P., 1980, "Reboelje yn de Dongeradielen 1749" (Noardeasthoek-rige nr.8); Fryske Akademy, ISBN 90 06 272 2318

(2018.11.15)   begonnen 2012