Johan Herman Jager (*1864) en Tallina Wiesenha(n)n (*1867)
Johan H Jager groeide met de houtfabriek van zijn vader Jan Hendrik Jager in Sappemeer op. Hij zong in een lokaal koor en kwam daarmee regelmatig bij bevriende kooren in de omgeving, zo ook bij het koor van Bunde (net over de grens in Dld). In het koor aldaar zong Tallina Wiesenhan. Tallina was de dochter van een boer met aanzien in Holthusen bij Bunde (O.Fri., D). Zij had een goede opleiding en zong in een koor. Johan en Tallina trouwden in 1893 en gingen in Sappemeer wonen. Tegen het einde der 90er jaren namen de zonen Nu verschijnen ook adverties van het bedrijf (Pa had niet aan advertenties gedaan). Men had veel werk en er was steeds hout nodig (advertentie Nieuwsblad van het Noorden 18981204). Zie ook de krantenknipsels.
Omstreeks 1897 is een foto gemaakt van familie en personeel (met kinderen)
van de houtfabriek. Op de foto staan van de Jagers:
vader Jan Hendrik (1, directeur) en zijn broer Johan Herman (11);
dan de zoons van 1 die opvolgden: Johan Herman (8),
Hendrik (16) en Roelof (15); en de kleinzoon Jan H (9).
Zie ook de foto zonder text.
(De identifikatie van de personen is ten dele overgenomen van
Smedes, "Rond Veenborg en Hooghout - Kleine historie van
Hoogezand en Sappemeer", 1984, De Libreije, Hoogezand.)
Fotos: Huis en areaal aan "Zuiderstraat 145" langs het
Winschoterdiep.
Zie voor de indeling van het perceel de kaart in de
knipsels.
Vader Johan overleed in 1900, een jaar daarna moeder Grietje.
Kort na het overlijden van vader Johan en moeder Grietje is er een familiefoto gemaakt. Portretten van zijn ouders hingen in de achtergrond. Uit deze familie foto komen de gezichten van Johan en Tallina. In 1913 onstond een grote brand. De hele fabriek brandde af maar was goed verzekerd. De nieuwbouw zal zeker wat verschild hebben van wat er eerst stond. Johan had gedurende zijn hele leven een grote snor. Om ervoor te zorgen dat die snor niet in de thee of koffie kwam had Tallina een "snorrekop" gekocht. De extra rand in de kop hield het snorhaar tegen. Kinderen: 1894 Jan (nr 9 op de foto boven, later architekt), 1898 Frits (volgde in het bedrijf op), 1903 Hendrik/Henny (later advocaat), 1908 Anna Frieda Magaretha Tallina. Meisjes kregen en poëzie album, met gedichtjes en goede wensen. Eind 1918, Frieda was toen 10 jaar, schreven Tallina en Johan daar elk een levenswens voor haar in. Op die twee bladzijdes (moeder eerst) is hun handschrift te zien (Tallina, Johan). Tallina schreef natuurlijk in het "Süterlin" handschrift maar ze heeft vooraan iets in (ongeoefend) nederlands handschrift opgenomen.
In 1921 schrijft Johan zich in bij de kamer van Koophandel
met als naam van de Firma "J. H. Jager en Zonen,
Schuierhouten en Timmerfabriek".
Maar in datzelfde jaar, 1927, schrijft Johan zich weer in bij de Kamer van Koophandel met de Firma "J. H. Jager en Zonen, Schuierhouten en Timmerfabriek, loonzagerij en -schaverij, houthanel". Het bedrijf ging door! De zaak ging later over op zoon Frits, die de fabriek tot 1966 bedreef.
Tijdens de oorlog was het ook moeilijk.
Maar de familie is er goed doorgekomen.
In 1942 werd een foto gemaakt met het eerste kind van dochter Frieda.
Johan stierf in oktober 1945 en zoon Frits nam de fabriek over. Tallina trok in een achterhuisje naast het hoofdhuis (zie A op kaartje bij JHJ+GHG). Johan en Tallina zijn bij de koepelkerk van Sappemeer begraven (in een rij met nummer 43-56). Ook Johan's ouders en enkele andere familieleden hebben daar hun graf. De fabriek is nog jaren bedreven door zoon Frits. Omstreeks 1980 zijn het woonhuis en de fabriek gesloopt om samen met verdere percelen plaats te maken voor een woonwijk.
In een gesprek met haar zoon Klaas in 1980,
karakteriseerde dochter Frieda de familieleden als volgt.
Dochter Frieda vertelde eens aan haar kleindochter Marel: Tallina trok zich regelmatig alleen in een tamelijk donkere kamer terug. Naar de kwartierstaat met JHJ & TW. To english version. |
(2018.01.15) daarvoor 2014.09.12. ks23m.html