Johan van Selbach (* ~1510, + ~1600)

Johan was een buitenechtelijke zoon van Johan van Selbach (voor 1482 - 1563).
In de aktes uit die tijd wordt de familienaam als Selbach gespeld, met één "e". De moderne duitse vorm is Seelbach.

De eerste vermelding van Johan van Selbach, bastaard, is in een akte uit het jaar 1534, dus uit de tijd dat Johan van Selbach (de vader) Kastelein van Coevorden en Drost in Drenthe was.

Het regest van de oorkonde [Drents Archief, 0001 Oude Staten Archieven, 2.7 Regestenlijst, Regest 105] luidt zoals afgebeeld.

Kortom, in de tijd van Johan van Selbach als Drost in Drenthe (1522-1536) werd Johan van Selbach (bastaard) Schulte in "Empne" (Emmen; 20 km ten NO van Coevorden). Deze Johan voerde in zijn zegel hetzelfde wapen als Vader Johan, zoals uit latere dokumenten blijkt. We kunnen dus aannemen, dat deze bastaard een buitenechtelijke zoon van Drost Johan van Selbach is, ook zonder daarvoor schriftelijk bewijs te hebben.
In het testament dat Johan de Drost in 1561 opstelt wordt vermeld: .....dass sein unterdessen gestorbener Sohn Heinrich, der zusammen mit seiner Tochter Maria, Witwe des Rolloff von Münster, aus seiner ersten Ehe [mit Judith Smullink] hervorgegangen war, als Heiratsgut die Nutzung.....  Oftewel: [ ....dat zijn ondertussen gestorven zoon Heinrich, die net als zijn dochter Maria, weduwe van Roloff van Münster, uit zijn eerste huwelijk (met Judith Smullinck) voortgekomen is, als huwelijksgift....] Ook dit betekent, dat Johan de Schulte niet uit genoemd huwelijk voortgekomen is.

1570. Wapen in het zegel van Johan van Selbach
(van Cartago, regest 1106, klooster Ter Apel, 1570.08.18).

Omdat deze Johan van Selbach in 1534 Schulte was kan men er vanuit gaan dat hij in dat jaar ongeveer 25 jaar (of iets ouder) was, zodat hij iets voor 1510 geboren is, maar het kan ook nog tussen 1510 en 1515 geweest zijn. Johan (de vader) was iets voor 1482 geboren.

We weten dat vader Johan in 1509 al getrouwd was en dat hij voor 1511 (hij was toen ca. 30 jaar) als Drost in dienst trad van Johan II van Wisch op Terborg in de Graafschap Zutphen. Het is niet bekend waar Johan (de vader) tussen 1500 (toen hij ongeveer 20 was) en 1509 verbleef.   De moeder van deze zoon Johan van Selbach is onbekend; ze kan uit het Siegerland zijn (waar Johan de vader opgroeide), uit de Graafschap Zutphen, of van waar dan ook.

Ook weten we niet, waar deze Johan zijn jeugd doorbracht. Zijn lijfelijke moeder zal hem enige tijd verzorgd hebben. Hij kan ook bij zijn grootouders op Crottorf (Siegerland) gewoond hebben. Wanneer hij naar zijn vader (met echtgenote Judith Smullinck) verhuisde is onbekend, evenmin waar hij qua leeftijd paste bij de wettelijke kinderen Maria en Henrick. Dat Johan nog bij zijn vader, toen die Drost van Drenthe was, op de burcht van Coevorden heeft gewoond is zeer waarschijnlijk, want Johan moet in 1534 "eigenerfde" geweest zijn en genoeg over Drenthe geweten hebben om schulte van Emmen te worden.
In 1536 moet vader Johan onder dwang zijn amt als Drost opgeven (wisseling van de macht van Gelre naar die van keizer Karel V) en hij keert met vrouw en zoon Henrick terug naar Gelre en niet veel later naar zijn stamslot Crottorf. Dochter Maria was in 1535 getrouwd met Roelof van Munster, Heer van Herzford (net ten westen van de Eems, bij Lingen, 40 km ten ZO van Coevorden).
Zoon Johan blijft in Drenthe en schulte van Emmen.

Handtekening van Johan van Selbach
(1572, akte Klooster Ter Apel).

In vele latere oorkondes is de Schulte gewoon Johan van Selbach maar ook het woord bastaard wordt gebruikt. De gesigneerde hebben een tussengevoegde "Ъ" (voor bastaard) in de zelf geschreven naam, daaronder komt de hand-"tekening".

Het recht tot het benoemen van een schulte lag bij de landsheer of zijn representant, de drost. Johan zou dus vóór 1534 door zijn vader benoemd kunnen zijn, maar hertog Karel van Gelre kan het ook zelf gedaan hebben, als dank aan vader Johan voor de goede diensten *).
Johan van Selbach, Schulte te Emmen, Odoorn en Roswinkel, komt in de periode 1534-1575 in vele aktes voor (details via Aktes van Selbach). In de akte van 1570, waarin hij een ruil van percelen begeleidt, staat: den erentfesten erbaren vromen ende vorsychtygen Johan van Selbach, schulte to Emmen.

ZO-hoek van Drenthe (kaart Peynacker, 1645).
De relevante plaatsen zijn aangegeven. Coevorden is onderstreept.
 
Met beginletter gemarkeerd: D=Dalen, E=Emmen, O=Odoorn, R=Roswinkel, TA=Ter Apel, S=Sleen.

In Drenthe, een arme provincie met tamelijk onvruchtbare bodem, was iedereen boer (of landarbeider). De boeren met eigen grond konden een officiele functie hebben. Maar in de kleine dorpsgemeenschappen in elk kerspel regelde men bijna alles onder elkaar (bestuurders waren niet nodig).
Wel was er overal een schulte. Hij ontving klachten over kleine vergrijpen, zocht die uit, en probeerde de zaak in der minne te schikken. Bij zware vergrijpen, zoals onterechte beslaglegging of geweld, kwam de zaak voor het gerecht, de "goorspraak". Bij veroordeling was de straf vrijwel altijd een boete, zelfs bij moord. (Dit soort recht gold ook in Oost Friesland; zie Friesische Freiheitsrechte.) Een deel van de boete kwam de Drost toe (en dat geld verdween dus uit de gemeenschap) zodat ook dat reden was te proberen de zaak onderling te regelen. De hoogste instantie was de "etstoel", de verzamelde 24 gekozen "Etten" (rechters). De etstoel was, onder leiding van de Drost, ook zoiets als het dagelijks bestuur van de provincie. Maar de drenten bestuurden liever alles zelf, zonder inmenging. Voor meer zie Heringa, "Geschiedenis van Drenthe".

Johan trouwde (voor 1544) met Griete.
Over haar is niet veel bekend, behalve dat ze in drie aktes genoemd wordt.


In de aktes van 1544 en 1562 wordt ook Johan zijn vrouw Grite genoemd.
(Hier: 1544, Regest Klooster Ter Apel, kta225.)

Het echtpaar krijgt (o.a.) de kinderen: Henrick, Const, Luijtjen, Roelof, Carel, en wellicht Agnes (zie onder)
Over twee namen: Henrick was ook de naam van de zoon van Drost Johan van Selbach, die omstreeks 1515 was geboren. Een broer van Drost Johan van Selbach heette ook Const (hij woonde met zijn gezin in het hertogdom Gelre, stierf voor 1540 en hij was getrouwd met Catharina van Hackvoort).

Enkele feitjes over Johan. 1550: het register van eigenaren van huizen in Coevorden meldt bij een huis: "nuu schulte Selbach".   In 1562 verkopen Johan en Griete een schat (~625 qm) rogge van de boerderij Huysinge in Zuidbarge aan de prior van het klooster Ter Apel.   In 1563 en 1564 voert Johan processen vanwege het zonder toestemming gebruiken van hout van de domeinen door een pastoor, en vanwege het zonder toestemming laten opeten van eikels door varkens van het dorp Anloo.   In 1572 bevestigt hij als schulte de ontvangst van geld van de huurders van het klooster ter Apel, voor zover zij in het gebied van Roswinkel wonen; dit is hun bijdrage aan de in totaal 14400 carolusguldens die de provincie Drenthe aan de landsheer, de koning van Spanje, beloofde af te dragen, om niet een nieuwe tiende penning te hoeven invoeren.

De laatst bekende vermelding van Johan als Schulte van Emmen is uit 1575. In 1579 is zoon Henrick daar Schulte. Daaruit kan men afleiden dat Johan omstreeks 1577, dus na ruim 40 jaar, zijn functie had overgedragen.

Vanaf 1577 was Drenthe korte tijd deel van de onafhankelijke Nederlanden. De "onafhankelijkheidsstrijd" van de Nederlanden was in feite een burgeroorlog. Men wilde zich van de feodale structuren van de aartsconservatieve en gehate koning Philips II van Spanje bevrijden, de macht van de corrupte katholieke kerk breken en vrijheid voor de beleving van het protestantse geloof bevechten. Maar natuurlijk deelde lang niet iedereen deze opvattingen. Tot 1576 had zich de strijd vooral in Holland, Zeeland, Vlaanderen en Brabant afgespeeld. Drenthe was gewoon katholiek gebleven maar moest, net als de andere nog door Spanje bestuurde gewesten, vanwege de hoge kosten van de oorlog veel meer belasting betalen dan voorheen. Na 1577 heerste er ook in Drenthe oorlogstoestand, tot 1596.

Johan verschijnt na 1575 nog in dokumenten, vooral in de goorspraken, waar hij als getuige optreedt. Na 1598 wordt hij Johan van Selbach de olde genoemd, omdat in die tijd zijn kleinzoon Johan de jonge ook optreedt.

Johan strief omstreeks 1600, ongeveer 90 jaar oud (zijn vader leefde meer dan 80 jaren).

 
Over de kinderen:   Johan en Griete kregen (vermoedelijk) de zonen Henrick, Gunst, Roelof, Luitjen en Carel. Vermoedelijk de dochter Agnes, maar of er meer waren is niet bekend.

Wapen van Henrick van Selbach.
Dit wapen is ook in de Selbach-bank in de kerk van Zuidlaren te zien.

Henrick. In 1579 is hij Schulte van Emmen. Het wapen op zijn zegel is identiek aan dat van zijn vader, maar gespiegeld.

Na de inlijving in 1596 van Drenthe bij de Verenigede Nederlanden wordt hij ette, en later gedeputeerde van de provincie. Vanaf 1599 was hij, tesamen met anderen, lid van belangrijke commissies, die Stadhouder Graaf Willem Lodewijk van Nassau instelde.
Henrick en zijn vrouw Catharina zijn de voorouders van vele van Selbachs in Drenthe.
  Hun zoon Johan van Selbach woonde in het gebied van Emmen en verhuist omstreeks ~1625 naar Zuidlaren, waar hij Ette van het dingspel "Oostermoer" wordt.

Const/Gunst. Hij wordt 1561 als "buire" in Barge vermeld. In 1588 is hij schulte te Sleen (in 1606 is Herman Schyrbeke schulte). Hij voert (zegelafdruk) hetzelfde familie wapen als Henrick. Hij is getrouwd met Emtien. Verder is niet veel bekend.

Luijtjen/Lucien. Hij verhuist naar Groningen. Hij en zijn vrouw Grete bezitten daar een huis in de Ebbingestraat dat ze 1588 verkopen (zie diverse aktes). Daarna woont hij weer in het gebied van Emmen (hij is in 1600 twee keer "buire" in een goorsprake). Verder is niet veel bekend.

Roelof/Roleff. In 1579 moet hij met Konst en anderen met graaf Rennenberg onderhandelen (zie dagboek Landtschrijver Jan Mus; in Magnin, p.351) en hij treedt in 1585 als "bure" op in een goorsprake (aktes Roelof). Omstreeks 1601 trouwt Aeltien van Selbach met J.H. Pathuis (van de hoeve "Padhuis" in het Zuidenveld, 6 km ten oosten van Coevorden) en zij krijgt o.a. de zoon Roelof (DNL66). Zij zal dus een dochter van Roelof zijn.

Carel/Carell. Carel wordt in aktes genoemd als schulte te Dalen in 1584 (zie kaart boven), schulte (process in Dalen) in 1589, en schulte van Dalen, Hesselen en Swelen (1591). Deze aktes zijn allemaal 17de eeuwse afschriften (zie diverse aktes). De aktes documenteren de verkoop van gemeenschaps grond aan individuele eigenaaren (uit Dalen maar ook buitenstaanders). Hendrik Schierbeek werd schulte van Dalen in 1609.
Verder is over hem niets bekend.

Agnes van Selbach. Zij komt 1561 in Gelre voor. Zij is de weduwe van Henrick van Scherpesteyn en draagt op 19 april 1561 een erfgoed over (zie diverse aktes). Zij zou een dochter van Johan en Griete kunnen zijn.

*) De benoeming van Hendrik van Barneveld tot schulte van Meppel in 1523 was vermoedelijk een dergelijke "vriendendienst"; zie p.133 in Kijmmell, J.A.R., "Iets over het Schultambt in Drenthe en de Schulten van 1600-1795"; Nieuwe Drentse Volksalmanak 1902, p.129; van Gorcum, Assen (1901).
Bronnen:
DNL66 = 1949, in "De Nederlandsche Leeuw", Jg.66, 76-77.
Heringa, J., red., "De Geschiedenis van Drenthe"; Uitg Boom, Meppel (1985)
Goo= "Goorspraken", via cartago.nl
Israel, J.I., "De Republiek - 1477-1806"; Uitg. van Wijnen (2008). ISBN 9789051943375
Magnin, J.S., "Drenthes Geschiedenis", 3-I = "3e stuk. eerste gedeelte. 1522-1580"; Oomkens, Groningen (1847).
Ord= "Ordelen van de Etstoel van Drenthe", via cartago.nl

Terug naar startpagina.

(2021.07.31)   s-johan-nl.html   begonnen 2016