Kwartierstaat van Sjoerd Pytters (*1661)
Kwartierblad KS IX.333 naar overzicht | |||||||||||||||||||
|
|
|
| ||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Sjoerd Pytters |
Jelger Hanses
In 1645 is in Beetgum Jelger Hanses lidmaat en diaken.
Op 17-10-1655 is hij overleden.
Er zijn in die tijd in Beetgum:
Hans(+), Sytske(x), Bouwe(x), Geeske(x), Trijntje, Geertie(d),
allen "Jelgers", vermoedelijk allemaal kinderen van Jelger Hanses.
In 1640 is er geen Jelger in het stemkohier van Beetgum te vinden.
Het kerkboek van Beetgum (Menaldumadeel) begint in 1647.
Pieter en Geeske
Pieter is van Harlingen, Geeske van Beetgum.
Kinderen in Harlingen:
1664 Grietje, 1666 Syoerdt, 1668 Tryntje(+),
1669 Trintie, 1673 Jelier(?), 1674 Jelger, 1676 Sitske, 1678 Welmoed.
Bijna allemaal gedoopt in de Westerkerk.
Pieter Sjoerds Bierma wordt in een authorisatie van 18-01-1694 genoemd als oudoom (doopsgezind) en curator over de kinderen van de al overleden Sjoerd Sjoerds (bezemmaker) en Antie Everts die net overleden is. De andere curator is Sijmen Sjoerds, oom, doopsgezind (die in 1694 ook burgemeester is)
Uit deze aktes volgt, dat Pieter Sjoerds Bierma een werf bezat en bedreef. Was hij scheepsbouwer? Of was het een fabricage plaats voor van alles, ook voor schepen? Vóór de oudste proclamatie met zijn naam (in 1692) blijkt hij al panden te bezitten, of ook al de werf? Volgens de akte uit 1693 heeft hij daar aan de Zuiderhaven ook zijn "camers".
Een akte uit 1685 werpt allemaal vragen op:
Proclamatieboek 242 folio 95r van juni 1685,
Jacobus Sprottinga, mede-vroedschap x Maertie Alberts koopt een keuken,
zz. Noorderhaven. Ten O. de verkoper en Reiner Huyberts,
ten W. een openbare steeg, ten Z. de wed. van Pieter Sjoerds Bierma,
burgemeester en ten N. de koper. Verkoper is Arjen Hansen van Hemert,
apotheker x Heiltje Fransen d'Adam, voor 225 cg.
(Uit Kleine Kerkstraat Harlingen.)
Deze akte uit 1685 is in tegenspraak met de andere akten.
De akte uit 1685 zegt:
de weduwe van "Pieter Sjoerds Bierma, burgemeester".
In de lijst van bestuurders van Harlingen
komt wel een burgemeester Bierma voor, maar dat is
"Dirck Sjoerds Bierma, vroedman 1678, gezworene en gemeensman 1679-1682,
burgemeester 1683-1686, vroedman 1687, overleden 1687", en niet PSB.
Zit er een foutje in dit register en moet het Pieter zijn?
De lijst met bestuurders is twee keer "overgeschreven" voor ze
in het internet kwam. Of is PSB vergeten bij het overschrijven?
Of is de akte van 1685 fout en had daar Dirk Sjoerds Bierma moeten staan?
Of was in de akte PSB wel goed maar had er 1687 moeten staan,
omdat de oud-burgemeester in 1687 overleed?
Maar in 1694 wordt PSB curator!
En ook Sijmen Sjoerds (authorisatie 1694) die burgemeester wordt genoemd
komt niet in die lijst van Harlinger bestuurders voor.
Tenslotte, als PSB doopsgezind was (akte 1694) dan kon hij (zo was dat toen)
geen openbare functie gehad hebben.
Maar ook Sijmen Sjoerds, doopsgezind, is burgemeester.
Was men in Harlingen wat vrijer ten aanzien van doopsgezinden in functies?
Of waren er wellicht twee personen PSB die beide burgemeester zijn geweest?
Het lijkt er ook op dat de boven genoemde lijst van
bestuurders
lang niet compleet is.
Veel van deze zaken vergen nader onderzoek, terug naar de bron in plaats
van werken met "overgeschreven" gegevens.
Maar of het op te lossen is?
Tenslotte is er nog de kleinzoon PSB die later ook vroedman (vanaf 1712) en burgemeester (1720-1723) in Harlingen wordt. Maar die is geboren in 1687 en te jong om in 1692 of 1696 panden te kopen.
(2012.09.17)