Kwartierstaat van Monte Freerks (*~166x?)

Kwartierblad   KS IX.247   naar overzicht

nn
*
+

nn
*
+

x

nn
*
+

nn
*
+

x

Minne Alkes Romkema
*
+ 1640-1646 Hallum
(Koopman)

Tziam Wybes
*
+ 1648 Hallum

x ~1618 Hallum

nn
*
+

nn
*
+

x

Monte Freerx
*
+ 1640-1662 Ee
(Boer)

Atje (?) Lubberts (?)
*
+

x

Alke Minnes
*d 01-08-1624 Hallum
+

nn
*
+

x

Freerk Montes
*
+
(Boer)

Stijntie Alkes Romkema
*
+

x 29-09-1662 Oostdongeradeel

Monte Freerks
*
+ 1741 Holwerd

x Jancke Reyners


Ee ligt in Oost Dongeradeel, dicht bij de rivier de Ee waar ook Dokkum aan ligt en die water naar de Lauwerszee afvoert. Het kerkboek van Ee begint in 1664.

Monte Freerxs en NN
Is de Monte Freerxs die in 1640 boer is op Kinnema sathe (zie kaart uit Hisgis) de vader van Freerk Montes? Vanwege beider namen kan dat haast niet anders zijn.
Kinderen o.a.: Freerk.
Als zoon Freerk in 1662 trouwt is Bouwe Lubbes "stijpvader" van Freerk Montes. Dus Monte Freerxs is overleden en zijn vrouw hetrouwde met Bouwe Lubbes.
Bouwe Lubbes komt in vele akten van Oostdongeradeel voor als curator.
Nr 4 24-03-1656: Bouwe Lubbes en Berend Tibes curatoren over Jan Eyses in 't 18de en "zin impubere broeder" Tamme Eyses in 't 14de jaar. In 1659 (Nr 89) wordt Bouwe Lubbes beedigd als de enige curator onder de woorden "ja is Ja ende Neen is Neen".
Nr 24 24-011-1656: Bouwe Lubberts, Mennoniet, curator over de kinderen van Pyter Botes (Pyter in 't 18de, Foke 9de, Saack in 't 4de jaar); Atye Pyters is moeye over de kinderen. In 1656 (Nr 198) zijn de kinderen 3 jaar ouder en is ook moeder Dieucke Pytters overleden, de echtelieden woonden tot Midhuizen onder de klokslag van Ee.
Bouwe Lubberts leeft nog in 1678 (Nr 470).
Is Bouwe Lubberts de broeer van Monte's vrouw? Dat zou niet onwaarschijnlijk zijn. Omdat zoon Freerk een dochter Atje krijgt, zou Monte's vrouw Atje Lubberts kunnen heten.

Freerk Montes en Stijntie Alkes
Hun huwelijk wordt voltrokken voor het gerecht van Oost Dongeradeel. Freerk is dan van Ee, Stijnie van Ferwerd. Getuigen zijn Buwe Lubberts stijpvader van Freerk en Sybe IJes oudoom van Stijntie.
Kinderen (voor zover bekend): Monte, Atje (x 1683 Dantumawoude), Alke (x 1697 Holwerd).
Oostdongeradeel 75, 14-06-1658. "Compareerden Johannes Jacobs, Freerk Montes en Rienck Jansen hebben verklaard dat wijlen Minne Jelles hun comparanten als naaste buremannen in zijn doodziekte 2 dagen voor zijn overlijden tot zijn huis heeft ontboden en.... over zijn onmondige weeskinderen ..... tot curatoren en tutoren benoemt Claas Jelles en Jelle Clases beide te Ee woonachtig". Omdat Freerk in 1658 wordt gezien als volwassen buurman (anders was hij niet geroepen), was hij toch al getrouwd en is de akte voor het gerecht van later?

Waar komt Stijntie Alkes Romkema, die in 1662 trouwt, vandaan?
In Holwerd is in 1640 Minne Alkes Romkema eigenaar van stemplaats 8, ten oosten van Holwerd, een plaats die Romkema heet. De plaats is in die tijd verhuurd aan Johannes Egberts. In 1640 wordt Minne Alkes Romkema ook genoemd als eigenaar van de kleine plaats SC33 onder Hallum en samen met Reiner Dirks als eigenaar van de grotere plaats SC41 onder Hallum.
Menne Alkes doet 06-06-1617 in Hallum belijdenis. In 1618 wordt zijn vrouw genoemd: Tziam Wybes, zij doet 23-12-1618 belijdenis.

In de verslagen van de kerkeraad van Hallum komt M(e/i)nne Al(c)kes heel vaak voor (zie Tresoar).
1623: geschil met Peeter Offes, die klaagt over kwetsing met woorden door Menne Alckes.
1624: wegens dronkenschap, laat zich "al te met in de herbergen bij den dronckaerts ende roscammen vinden"; voor ditmaal de toegang tot het avondmaal ontzegd; belooft beterschap.
1626: voor ditmaal de toegang tot het avondmaal ontzegd, omdat hij veel in herbergen verkeert en zich schuldig maakt aan dronkenschap, niettegenstaande eerdere vermaningen en beloften van beterschap.
1627: Hidde Ryntges en zijn vrouw ontboden wegens dronkenschap en "lichtveerdich dansen", met o.a. Minne Alkes en de schoolmeester.
1631: is vaak dronken; wordt in April wegens onboetvaardigheid bedreigd met afsnijding. Wordt dan in Juli ontboden en verschenen; belooft beterschap. In September op vertoon van boetvaardigheid weer tot het avondmaal toegelaten.
1632: wordt vermeld wegens ergerlijke dronkenschap in de herberg. In October wordt hij genoemd als "koopman uit Hallum", doet zijn zaken veelal in herbergen en verkeert met ongeregeld volk; als hij dat niet staakt zal zijn naam openlijk worden afgelezen. Jan Pytters wordt als zijn buurman vermeld.
1633 April: het openlijk aflezen uitgesteld na smeekbeden van Menno.  6 Juli: gesuspendeerd wegens openbare dronkenschap en arglistige koopmanschappen; naam zal niettegenstaande zijn smeekbeden en beloften openlijk worden afgelezen.  8 Juli: het aflezen is nog niet verricht, na zijn onderdanige smeekbeden en voorspraak van zijn vrouw; zie ook 27 sept.: mag nog niet aan het avondmaal omdat de kerkeraad niet is overtuigd dat hij zijn slechte leven achter zich heeft gelaten.  22 December zou hij komen maar "is afwezig, op reis naar Leeuwarden".
1634 September: volhardt in zijn slechte leven; afsnijdingsprocedure weer in gang gezet.
1636: zaak zal worden voorgelegd aan de classis.
1637: is weer in zijn oude zonden van ergerlijke dronkenschap etc. vervallen.
23 maart 1638: heeft zijn leven niet gebeterd; de predikant kwam hem onlangs nog op straat tegen in staat van dronkenschap.  22 juni 1638: is sinds de laatste vermelding weer vele malen dronken geweest.  21 september 1638: gaat voort met zijn slechte leven; idem in acta van 22 dec. 1638.

Het hier beschreven optreden van de kerkeraad (consistorie) is in die tijd heel normaal. In de Nederlanden was het van belang dat zoveel mogelijk mensen konden lezen om de bijbel zelf te kunnen bestuderen (in de strijd tegen de katholieken). Er kwamen dus overal scholen. Maar daardoor konden er ook diverse (afwijkende) stromingen binnen de "gereformeerde" kerk ontstaan, die men wel tolereerde maar niet groot wilde laten worden om toch het leven in de Nederlanden ordelijk te laten verlopen. Hetzelfde gold voor gedrag in de sfeer van de sexualiteit (overspel, hoererij) maar ook algemeen wangedrag. Ging het te ver, dan greep de kerkeraad in (zoals bij Menne Alckes). Voor meer over de principes zie o.a. Israel (1998), p.685.

1638: Woonplaats: Hallum.  In 1646 wordt vermeld dat Tzam, de weduwe van Minne Alkes, lidmaat is. Er wordt later (op 21-05-1648) aan toegevoegd dat ze is overleden.
Is dit de Minne Alckes van stemplaats 8??? Is niet onmogelijk, als "koopman". En er waren toen zeker mensen die vanuit "vrijzinnigheid" er andere "normen" op na hielden dan die van de hervormde (staats-)kerk.
Als dit alles relevant is, dan zou Stynie van Minne afstammen:

Minne Alkes 1618 x Tzam Wybes
Het echtpaar woont in 1632 (zie boven) te Hallum.
Kinderen 1618 Naenck(+), 1620 Styn, 1624 Alcke, 1625 Naenck =? Nöntie (1648 x Hotse Isbrandts Mellinga, Beetgum).
Alcke trouwt met NN en erft wellicht de boerderij Romkema onder Holwerd (zie kaartje uit Hisgis) en krijgt kinderen, daaronder Stijnie.
Minne Alkes was eigenaar van SC8 te Holwerd (Romkema) en van SC33 te Hallum (een plaats van slechts één klein perceel). Hij was samen met Reiner Dirks eigenaar van SC41 aan het zuideinde van het gebied Hallum.

Israel, J.I., 1998. "The Dutch Republic - its rise, greatness, and fall 1477-1806"; ISBN 9780198207344

(2015.04.19)