Kwartierstaat van Monte Freerks (*~166x?)
Kwartierblad KS IX.247 naar overzicht | |||||||||||||||||||
|
|
|
| ||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Monte Freerks |
Ee ligt in Oost Dongeradeel, dicht bij de rivier de Ee waar ook Dokkum aan ligt en die water naar de Lauwerszee afvoert. Het kerkboek van Ee begint in 1664.
Monte Freerxs en NN
Is de Monte Freerxs die in 1640 boer is op Kinnema sathe
(zie kaart uit Hisgis) de vader van Freerk Montes?
Vanwege beider namen kan dat haast niet anders zijn.
Kinderen o.a.: Freerk.
Als zoon Freerk in 1662 trouwt is Bouwe Lubbes "stijpvader"
van Freerk Montes.
Dus Monte Freerxs is overleden en zijn vrouw hetrouwde met Bouwe Lubbes.
Bouwe Lubbes komt in vele akten van Oostdongeradeel voor als curator.
Nr 4 24-03-1656: Bouwe Lubbes en Berend Tibes curatoren over Jan Eyses
in 't 18de en "zin impubere broeder" Tamme Eyses in 't 14de jaar.
In 1659 (Nr 89) wordt Bouwe Lubbes beedigd als de enige curator
onder de woorden "ja is Ja ende Neen is Neen".
Nr 24 24-011-1656: Bouwe Lubberts, Mennoniet, curator over de kinderen
van Pyter Botes (Pyter in 't 18de, Foke 9de, Saack in 't 4de jaar);
Atye Pyters is moeye over de kinderen.
In 1656 (Nr 198) zijn de kinderen 3 jaar ouder
en is ook moeder Dieucke Pytters overleden,
de echtelieden woonden tot Midhuizen onder de klokslag van Ee.
Bouwe Lubberts leeft nog in 1678 (Nr 470).
Is Bouwe Lubberts de broeer van Monte's vrouw?
Dat zou niet onwaarschijnlijk zijn.
Omdat zoon Freerk een dochter Atje krijgt,
zou Monte's vrouw Atje Lubberts kunnen heten.
Freerk Montes en Stijntie Alkes
Hun huwelijk wordt voltrokken voor het gerecht van Oost Dongeradeel.
Freerk is dan van Ee, Stijnie van Ferwerd.
Getuigen zijn
Buwe Lubberts stijpvader van Freerk en Sybe IJes oudoom van Stijntie.
Kinderen (voor zover bekend):
Monte, Atje (x 1683 Dantumawoude), Alke (x 1697 Holwerd).
Oostdongeradeel 75, 14-06-1658.
"Compareerden Johannes Jacobs, Freerk Montes en
Rienck Jansen hebben verklaard dat
wijlen Minne Jelles hun comparanten als naaste buremannen
in zijn doodziekte 2 dagen voor zijn overlijden tot zijn huis heeft ontboden
en.... over zijn onmondige weeskinderen ..... tot curatoren en tutoren
benoemt Claas Jelles en Jelle Clases beide te Ee woonachtig".
Omdat Freerk in 1658 wordt gezien als volwassen buurman
(anders was hij niet geroepen),
was hij toch al getrouwd en is de akte voor het gerecht van later?
Waar komt Stijntie Alkes Romkema, die in 1662 trouwt, vandaan?
In Holwerd is in 1640 Minne Alkes Romkema eigenaar van stemplaats 8,
ten oosten van Holwerd, een plaats die Romkema heet.
De plaats is in die tijd verhuurd aan Johannes Egberts.
In 1640 wordt Minne Alkes Romkema ook genoemd als eigenaar van de
kleine plaats SC33 onder Hallum en samen
met Reiner Dirks als eigenaar van de grotere plaats SC41 onder Hallum.
Menne Alkes doet 06-06-1617 in Hallum belijdenis.
In 1618 wordt zijn vrouw genoemd:
Tziam Wybes, zij doet 23-12-1618 belijdenis.
In de verslagen van de kerkeraad van Hallum
komt M(e/i)nne Al(c)kes heel vaak voor
(zie Tresoar).
|
1638: Woonplaats: Hallum.
In 1646 wordt vermeld dat Tzam, de weduwe van Minne Alkes, lidmaat is.
Er wordt later (op 21-05-1648) aan toegevoegd dat ze is overleden.
Is dit de Minne Alckes van stemplaats 8???
Is niet onmogelijk, als "koopman".
En er waren toen zeker mensen die vanuit "vrijzinnigheid"
er andere "normen" op na hielden
dan die van de hervormde (staats-)kerk.
Als dit alles relevant is,
dan zou Stynie van Minne afstammen:
Minne Alkes 1618 x Tzam Wybes
Het echtpaar woont in 1632 (zie boven) te Hallum.
Kinderen 1618 Naenck(+), 1620 Styn, 1624 Alcke, 1625 Naenck =?
Nöntie (1648 x Hotse Isbrandts Mellinga, Beetgum).
Alcke trouwt met NN en erft wellicht de boerderij Romkema
onder Holwerd (zie kaartje uit Hisgis) en krijgt kinderen,
daaronder Stijnie.
Minne Alkes was eigenaar van SC8 te Holwerd (Romkema) en
van SC33 te Hallum (een plaats van slechts één klein perceel).
Hij was samen met Reiner Dirks eigenaar van SC41 aan het zuideinde van het
gebied Hallum.
Israel, J.I., 1998. "The Dutch Republic - its rise, greatness, and fall 1477-1806"; ISBN 9780198207344
(2015.04.19)