Johannes Jacobus Hoitsma en Popkjen Hendricus Wieringa (*1663)
Jacobus Johannes Hoitsma (*1689) en Trijntje Sjoerds Bierma (*1689)
Johannes Jacobus Hoytsma (*1722) en Yetske Arjens (IJsselstein) (*1737)

 

Johannes Jacobus Hoitsma en Popkjen Hendricus Wieringa


Chirurgijn - Prent van Jan Luijken (1694)

Johannes Jacobus Hoitsma (Jan Jacobsen Hoytsma)
Johannes was chirurgijn in Makkum.
Popkjen Hendricus (Popjen Henrici) Wieringa
Johannes en Popkjen trouwen 1682 in Dongjum. Beide zijn van Makkum (in Wonseradeel), een stadje aan de Zuiderzee. Later, na 1702, wonen ze in Franeker.
In de familie Hoitsma en in de familie Wieringa komen veel chirurgijns voor.

Kinderen in Makkum: 1683 Trijntje(+), 1684 Henricus, 1689 Jacobus, 1690 Trintie (vader Jan is "mr"), 1691 Frans(+), 1693 Trijntje/Trintie, 1694 Siouckie(+), 1696 Franciscus (vader Jan is nu chirurgijn), 1697 Sjouckjen(+), 1698 Lijborus, 1699 Sjouckjen, 1701 Antje.


Makkum, de haven (1793 Bendorp)

In 1698 is Mr. Jan Hoytsma, Makkum, uit naam van zijn vrouw eigenaar voor de helft van Witmarssum SC44; de andere helft is van Mr. Sjoerd Fransen, Makkum. (Jan trouwde met Popckjen Henricus, Sjoerd was getrouwd met Antje Henricus.)

Johannes overlijdt voor Popkjen, Popkjen overlijdt voor 1728.
1728 Floreencohieren Witmarssum SC44, eigenaar: Erven Weduwe Jan Hoitsma; Stemkohieren: erven van mr. Jan Hoytsma weduwe Makkum.

Zoon Henricus is later chirurgijn te Makkum, zoon Franciscus is later chirurgijn in Tzum, en Johannes wordt chirurgijn in Franeker.  Dochter Trijntie huwt 1724 met Johannes Ennema, zilversmid te Franeker,


Johannes Jacobus Hoitsma en Trijntje Sjoerds Bierma

Jacobus Johannes Ho(i/y)tsma
Jacobus (*1689 Makkum) wordt net als zijn vader chirurgijn.
Trijntje doet 16-04-1711 belijdenis. Ze woont dan aan de Voorstreek in Harlingen.
Na zijn huwelijk in 1714 te Makkum met Trijntje Sjoerds Bierma vestigt hij zich als chirurgijn te Franeker. Op 12 en 16-06-1715 worden Jacobus en Trijntje (van Makkum) in Franeker als ingekomen lidmaten genoteerd. Jacobus, Mr chirurgijn, doet 27-09-1715 belijdenis.

Kinderen in Franeker: 1715 Trintie, 1717 Popkjen, 1719 Johannes(+), 1721 Geertie(+), 1722 Johannes, 1725 Sjoerd(+), 1726 Sjoerd, 1728 Hendrikus(+), 1729 Hendrykus, 1730 Geertje, 1732 Sjouckien.
1728 Floreencohieren Witmarssum SC44, eigenaar: Erven Weduwe Jan Hoitsma.

Uit de registers:  1720 en 1730 lidmaten: Hoitsma Jacobus Johannes en Trijntje Sjoerds Bierma; hij chiriurgijn, wonen Koudal. De "Coud dal" is de straat met gracht direkt ten zuiden van de kerk, het centrum van Franeker.
    Jacobus overlijdt 06-07-1737.
1744 Volkstelling Franeker: Tweede Oost, 2 personen: 14-0-0.  Quotisatie 1749: Franeker, Tweede Oost, Weduwe Hoitsma, vroedsman, heeft winkeltje en wint de kost, 4 volwassenen: 36-0-0.

In 1753 verhuisde het gezin (moeder met 7 kinderen; met attest) naar Vrouwenparochie (OLVx) in het Bildt (uitgeschreven Franeker 1754, in Vrouwenparochie 1753), naar haar zoon Johannes.

Terug naar de kwartierstaat van JJH&TSB.


Johannes Jacobus Hoytsma en Yetske Arjens

Johannes Jacobus Hoitsma, *1722 Franeker. Zijn vader was chirurgijn in Franeker. Johannes is vanaf 1746 chirurgijn in Vrouwenparochie (OLV) op het Bildt.
Johannes wordt in 1749 dorpsrechter te OLV en blijft dat tot zijn dood in 1768 (GvhB IIx). Van 1759-1762 is hij ook ontvanger der boelgoederen. Een voorbeld uit de Leeuwarder Courant van 27-03-1762 toont wat er dan zoal verkocht wordt.


    J. HOITSMA, gedenkt den 11 Maart 1762 op tien uuren, ten Sterfhuize van HINDRIK DIRKS te Vrouwen gebuurte, op ordinaris Boel articulen van 't Bildt te verkopen: 1 Voolmerry, 10 à 12 Hoorn-beesten, 10 Schapen, 1 Wagen, Chaife, Snybank, Keern, Keernmolen, 1 Wyne, Kopere Emmers, Ketel, Mouden, en verdere Koemelkers Greedschappen, sampt huisgeraden en Imboelen, Mans- en Vrouwenklederen.   En
    Donderdag den 1 April 1762 op negen uuren ten Huize van JELTE HENDRIKS aan de Oude Dijk on der Jacobi-Parochie: 6 à 7 Peerden, 8 à 10 Koeijen, 5 à 6 Schapen, 1 Winter Varken, 3 beslagen Wagens, 1 Rol, Ploeg, Eggen, Keern, Vaten, en wat verder tot de Bouw- en Koemelkerij behoort; voorts Huisgeraden, een Party Vrouwen Klederen, en 4 à 500 Ponden Spek.

 

Johannes huwt in 1760 met Yetske Arjens (*1737), dochter van een van de rijke boeren in OLV.
Kinderen: 1764 Trijntje (x 1784 Cornelis Jans), 1768 Johannes (x 1796 Sjoukje Jans Kooistra *1773).
Johannes Jacobus overlijdt in 1768.
Yetske blijft in hun huis in OLV wonen tot 1772.

Rechts: Vrouwenparochie getekend in 1770, toen
Yetske daar als weduwe met haar 2 kinderen woonde.

Authorisatie Het Bildt, nr 155, Inv.28 Het Bildt RA526/3, 08-05-1772:   De Fiscall dezer Deele ratio off vertoonende requst van Yetske Aarjens waarin dezelve zegt dat zij suppliante haar ten tweede huwelijk denkt te begeven en dientvolgens vesocht dat totr curatoren over haar twee voorkinderen Trijntie en Johannes Hoitsma bij haar vorige man J. Hoitsma in egte verwekt mag worden geauthoriseerd. Yestke Aarjiens, onmondige kinderen Trijntje, Johannes. Curator: Gerben Jans Docter.
Yetske hertrouwt 10-05-1772 te Britsum, Leeuwarderadeel, met Homme Jans Bruinsma en verhuist naar Britsum (iets ten ZO van Stiens). Het huis in OLV blijft haar eigendom. Zij krijgt nog een zoon Jan (*16-11-1775 Britsum). Yetske overlijdt in 1808.

Terug naar de kwartierstaat van JJH&YA.

x GvhB = Sannes, 1953. "Geschiedenis van het Bildt", Weever, Franeker

(2019.02.19)   begonnen 2013.05.31   ks8331m.html