Kwartierstaat van Cornelis Gerrits (*~1725)
Kwartierblad KS VI.13 = KS VI.17 naar overzicht | |||||||||||||||||||
|
|
|
| ||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Cornelis Gerrits x 1758 Minke Reijnders |
Lieuwe Claeses was de oudste zoon van Claes Lieuwes en Janke Sakes. Lieuwe werd boer op SC10 Jeltema (of Jelcoma/Jelkema) onder Ternaard richting Holwerd. Hij en zijn broer Saecke waren samen erfgenaam-eigenaar van 1/2 van de plaats Gerroltsma; de rest was van iemand anders.
Van Claeske haar ouders is alleen bekend dat haar vader Liuwe Claesses van Oudkerk was. Claeske had in elk geval twee zusters, Fransien en Brechtje (zoals volgt uit aktes van scheiding na het overlijden van hun echtgenoten), en een broer Douwe. Die woonden in Oudkerk en omgeving. Vader Liuwe Claesses is vermoedelijk voor 1682 overleden, zijn vrouw al eerder.
Bij hun huwelijk is hij van Ternaard, zij van Oudkerk.
Het echtpaar is doopsgezind.
Kinderen: ~1665 Antje,
~1669 Tetje (trouwt 1688 met Jan Martens).
Lieuwe Claeses moet vroeg overleden zijn (voor 1673).
"Ten huise van Lieuwe Clase overleden tot Jellema onder
de clockslagh van Tennaerd van alle goederen so roerend als onroerend
actien ende den ten sterfhuise bevonden ten versoecke van Claes Lieuwes
als beste vader en gelegitimiteerde tutor over Antie lieuwes out in 't 7e,
en Tettie Lieuwes out in't 4e jaer nagelaetene weeskinderen ende
erfgenamen van haers voornd. vader Lieuwe Claese bij Claeske Lieuwes
inde egte getogen die haer wederom ter egte gegeven hebben met Goffe Pyters
den behoorlijcken boeleet heeft gepresteert;
heeft oock gedaen voorst. Goffe Pyters selfs om alles getrouwe aen te geven
om tot nadeel van de kinderen niet te verswiegen. Actum den 6e Martij 1673.
"
Met daaronder de handtekeningen van Claes Lieuwes (de vader),
Lieuwe Claeses (de schoonvader),
Goffe Pyters (tweede man van Claeske), Pieter Jelgers (vader van Goffe),
en een merkteken van Claeske Lieuwes.
Uit de acte blijkt, dat bij hun huwelijk
Lieuwe 3000 G.gld aan goederen en geld had ingebracht, Claeske 2142 G.gld.
Ondertussen hadden Lieuwe en Claeske ook geld van hun ouders geleend:
van zijn vader Claes ongeveer 1860 Ggld inclusief rente,
van haar vader Lieuwe ongeveer 440 Ggld.
Uit de acte blijkt ook, dat Lieuwe de huur van Jellema had overgenomen van
Aucke Adema, aan wiens weduwe nog een restschuld bestaat.
Voor de kinderen wordt, zoals altijd, een goede opvoeding geregeld
"haer leesen en schrijven maaie en spinnen en huiswerck
te laeten leeren"
en hun erfdeel zou op hun 15de jaar worden uitbetaald.
Claeske hertrouwt voor of in 1673 met Goffe Pyters.
Goffe en Claeske blijven op de plaats Jeltema.
Volgens de acte van scheiding van 1673 behielden Goffe en Claeske
alle goederen na het overlijden van Lieuwe Claeses.
De goederen worden alleen maar getaxeerd;
getuige was Goffe's vader Pyter Jelgers.
Ze krijgen nog een zoon: 1677 Lieuwe Goffes.
In 1698 zijn hun twee dochters en de neef Klaas Sakes
(zoon van Lieuwes broer Sake)
eigenaar van 1/2 van de SC15 Gerroltsma in Ternaard.
Claeske overlijdt 1686/87.
Sake Klazes van Hantum (de broer van Claeske haar man)
wordt voogd over Lieuwe Goffes.
In 1686 en 1687 wordt een inventarisatie en een acte van scheiding opgemaakt.
Douwe Lieuwes, de broer van Claeske, wordt voogd over Tetje Lieuwes.
Nu wordt al het vee, gereedschap, enz verkocht;
uitgezonderd waren vrouwenkleding, linnengoed, bedden,
en tin-, koper- en steengoed, dat ter beschikking van de drie kinderen bleef.
Op haar sterfbed had Claeske verklaard dat van een stuk land van 6 pm,
dat zij en haar man in eigendom hadden,
de helft zou toevallen aan zoon Lieuwe,
echter met de conditie dat als Lieuwe zou overlijden zonder kinderen
na te laten dat land in het bezit van de twee dochters zou overgaan.
Goffe bleef op Jeltema. Wellicht kocht hij die delen uit de boedel,
die voor het bedrijf nodig waren.
Goffe hertrouwt in 1690 voor het gerecht van Westdongeradeel
(eerste proclamatie juni 1689) met de weduwe Tjimck Jans uit Ternaard.
Op 01-11-1695 wordt Jan Martens, doopsgezind, schoenmaker te Holwerd,
echtgenoot van Tetje Lieuwes,
voogd over Lieuwe Goffes "in zijn negentiende jaar oud".
Klaas Sakes (zoon van Sake Claeses, broer van Lieuwe Claeses),
1. x 1702 Tettie Sjoerds,
2. x 1708 Antje Arjens.
In 1728 is hij eigenaar gebruiker van Aalsum SC 18.
In 1705 wordt zijn nicht Antje Lieuwes (zie onder) weduwe
(haar man Cornelis sterft,
ze krijgt "posthuum" nog een zoon Cornelis).
Antje zelf overlijdt in 1715.
Hun dochter Lutske Cornelis gaat
tenslotte een jaar (1720-1721) in Aalsum wonen,
waarschijnlijk bij Klaas en Antje, want Lutske trouwt vanuit Aalsum.
Cornelis Idses en Antje Lieuwes
De volgende gegevens zijn overgenomen uit Postma (2007; pag.27-33).
De herkomst van Cornelis is onbekend.
Antie was opgegroeid op de plaats Jel(co/te)ma onder Ternaard.
Zij was 07-02-1686 te Ternaard getrouwd met Jacob Sjoerds.
Ze waren boer en boerinne op Jelk(e/o))ma.
Antie en Sjoerd kregen twee kinderen: Claeske Jacobs en Janke Jacobs.
Jacob Sjoerds overleed al voor 1694.
In 1694 hertrouwt Antje met Cornelis Idses,
die dan als curator over haar dochters wordt benoemd.
(Dochter Claaske Jacobs trouwt later met Ids Hessels,
die dan curator wordt over Baukje, de derde dochter van Cornelis en Antje.)
Met het huwelijk in 1694 als aanleiding wordt een inventarisatie en
een acte van scheiding van de boedel van Antie en Jacob opgemaakt.
Zijn stiefvader Claes Piers Tania van Blija was daarbij de curator.
Antie huurde "Jelkema Zathe" en ze had op dat contract
nog twee jaren tegoed.
Antie's stiefvader, Goffe Pyters, was omstreeks 1690 in het dorp Ternaard
gaan wonen, waarschijnlijk hadden Antie en Jacob de huur overgenomen.
De huur was "afgekocht" voor 3019 G.gld,
hetgeen de geschatte waarde van huis, schuren, beplanting, enz., was.
Volgens de acte had bij hun huwelijk Jacob 2321 G.gld ingebracht,
Antie 2206 G.gld., tesamen 4527 G.gld.
De waarde van de boedel was nu echter 3317 G.gld.
Na verdeling van dat verlies bleef als erfenis
voor de twee dochters 1716 G.gld., en voor Antie 1601 G.gld.
Cornelis Idses wordt curator en hij zal de kinderen
"onderhoede in cost ende kledinge, deselve te late leere lese
ende schrijven, so in gesuntheijt als bij sijkte,
voorts opvioede naeije te leere so des behoorlijke zij,..."
en tenslotte
"dat de twee kindere wegens de aenneminge ende overdrach van de afcoop
ijder tot vereeringe sal geniete een ducaet ijder a vijf..."
Cornelis wordt zo boer in Ternaard op Stem nr. 10, Jelcoma (1698),
halverwege Ternaard en Holwerd ten zuiden van de weg.
Het Soete Name Jesus Gilde te Leeuwarden is de eigenaar.
In 1698 is hij ook namens zijn vrouw voor 1/4 eigenaar van Gerroltsma (SC 15).
Verdere gegevens zijn ten dele overgenomen uit Postma (2007; p. 41).
Kinderen in Ternaard (geboortejaren afgeleid uit weesrekeningen):
~1695 Renske, ~1697 Aafke, ~1698 Lutske, ~1701 Baukje,
~1704 Lieuwe, en kort na overlijden
van Cornelis ~1705 Cornelis Cornelis Postmus,
die later met Trijntje Gosses trouwt.
Cornelis overlijdt in 1705. Antie blijft boerinne op Jelkema.
Antie overleed voorjaar 1715.
Na het overlijden werd een inventarisatie opgemaakt,
maar die is niet bewaard gebleven.
Curatoren over de kinderen werden:
Lieuwe Goffes over Rinske en Aafke, Focke Annes over de andere vier.
Dochter Lutske gaat na 1715 een tijdje bij haar zwager Ids Hessels wonen.
In 1717 komen er nieuwe curatoren:
Ids Hessels over Baukje, Jan Clasis over de andere kinderen.
En in 1722 werd Ids Hessels voogd "ad actum recipiendarum rationem"
over Lieuwe en Cornelis.
De man van Antie's oudste dochter Claaske, Ids Hessels,
volgt in 1715 als boer op Jelkema op.
Gerrit Pyters en L(o/u)tske Cornelis
Gerrit zijn herkomst is onduidelijk.
Hij was doopsgezind, hij wordt in 1711 en 1725 als lidmaat
van de doopsgezinde gemeente Holwerd-Blija-Visbuurt vermeld.
Lutske is op 30-05-1718
in de doopsgezinde gemeente Holwerd-Blija-Visbuurt gedoopt.
Na het overlijden van haar moeder in 1715 werd Focke Annis haar voogd,
van 1717 tot 1722 was Jan Clasen voogd.
Tussen 1715 en haar huwelijk in 1721 woonde Lutske bij verschillende mensen.
Ook werd er een en ander voor deze jonge vrouw aangeschaft en betaald.
Een en ander kan uit de weesboeken worden afgeleid (Postma, 2007).
Lutske verbleef vermoedelijk eerst op de boerderij Jeltema
van haar ouders, waar nu Ids Hessels, haar (half-)zwager,
als boer in het bedrijf was opgevolgd.
Op 04-03-1717 werd 67 car.gld betaals voor "zilver en goud";
was dat vanwege haar 18de verjaardag?
Op 03-04-1717 werd betaald 3 car.gld. voor "het leren zingen",
op 05-09-1718 voor een nieuwe kist,
en op 09-11-1719 2 car.gls 10 stuivers "voor een spinwiel".
In october 1719 betaalde ze een week kostgeld bij voogd Jan Clasen.
In mei 1720 wordt er voor tien weken 15-15-0 car.gld kostgeld betaald aan
Nijske Tiers en 17-08-0 aan Jaike Taekes, beide te Holwerd.
In 1721 trouwt Lutske met Gerrit.
Gerrit is dan van Oosternijkerk, Lutske van Aalsum (vlak ten NO van Dokkum).
Lutske woonde dus van 1720 tot 1721 in Aalsum,
waarschijnlijk bij haar oom en tante Klaas en Tettie (zie boven).
Voor de tijd 1720-1721 is geen betaling van kostgeld bekend,
ze heeft in Aalsum vermoedelijk voor de kost gewerkt.
De weesrekeningen worden afgesloten op 22-06-1722.
Lutske ontvangt (met Gerrit) haar erfdeel;
ze woonden toen onder de klokslag van Hallum.
Dat erfdeel bedroeg 1691 car.gld, daarbij inbegrepen de helft van de
6 p.m. land bij Hantum (FC44). De andere helft was van Janke Clases.
Bij de afsluiting van de weesrekening
kwam daar nog 115 car.gld. aan rente en huur bij.
Uit het kerkboek van Aalsum blijkt dat ze naar Grijpskerk zijn verhuisd.
Ze wonen daar in "de Waard" onder Grijpskerk
(ten noorden van Grijpskerk).
De Waard is de naam van het begin 16de eeuw bedijkte land
direkt ten noorden van Grijpskerk
(zie Wikipedia).
Was Gerrit daar boer? Of arbeider?
(Kinderen van haar zuster Aafke, x Johannes Martens, woonden daar ook
Postma (2007; p.45).
Uit dit huwelijk is één kind bekend:
geboren voor 1732 Cornelis Gerrits.
In juli 1731 verkopen Lutske en Gerrit het perceel land dat zij geerfd had
voor 330-21-0 Ggld.
Dan overlijdt Gerrit,
want in december 1734 hertrouwde Lutske in Grijpskerk met Jan Jansen.
Uit dit tweede huwelijk is één kind bekend: 1735 Afke Jans.
(Aafke is 07-08-1815 in Holwerd overleden.)
In 1744 woont Lutske Cornelis in Ternaard (terug naar de eigenlijke familie).
Ze huurde voor 19 Cgld een huis "op de streek" van Mark Idses,
die er tegenover woonde.
Volkstelling 1744: Lutske Cornelis, vermogende 1, personen 3.
Die personen zijn dus Lutske met haar kinderen Cornelis en Aafke.
Zij huurt in 1749 het huis van (wijlen) Reinder Sydses,
wiens vrouw Aafke Nannes daar een winkel had bedreven.
De Quotisatie 1749 over Lutske:
"wint de cost", 3 volwassenen, 1 kind; 18-2-4.
Wie zijn de volwassenen? Lutske en zoon Cornelis, en wie dan?
Afke, en eventueel ook Minke Reinders,
de dochter van de net overleden Reinder Sydses die de winkel behoorde,
zijn nog niet volwassen.
Uit latere registers blijkt dat Lutske ook wel een kamer verhuurt.
Lutske bedrijft blijkbaar de winkel
die al meerdere jaren in dat huis aan de Nieuwe Buren bestond
(zie winkel Ternaard).
Uit de Specie- en Reëelcohieren van Ternaard zijn
de details van Lutskes verdere leven op te maken.
Uit Reëelcohieren Ternaard volgnr 17:
1746, 1747, 1748, 1749 Reinder Sydses eigenaar-bewoner. 1750 mist.
1751, 1752, 1759 Reinder Sydses dochter eigenaar, Lutske Cornelis huurder.
1763, 1766 Cornelis Gerrits com uxes (namens zijn vrouw) eigenaar,
Lutske Cornelis huurder. 1771 Cornelis Gerrits eigenaar-bewoner.
Speciecohieren Ternaard:
1750 volgnr 104 Lutske Cornelis en Cornelis Gerrits vrijgezel.
1751 volgnr 84, idem. 1752 Cornelis Gerrits vrijgezel vertrokken naar Blija.
1753 en 1754 Lutske Cornelis, 1755 mist, maar de kamer wordt verhuurd aan
ene Jacob Gerbens.
1756 Lutske Cornelis, Cornelis Gerrits terug, 1757 idem.
1758 Lutske Cornelis, Cornelis Gerrits getrouwd en vertrokken.
1759 Lutske Cornelis (1 pers.) en Cornelis Gerrits (2 pers).
1760 t/m 1771 idem.
1772, 1773 Lutske Cornelis wordt gealimenteerd; en Cornelis Gerrits.
1774 Lutske Cornelis obiit, de kamer ledig, de schoorsteen dichtgemetseld.
Cornelis Gerrits eigenaar en bewoner.
Hoe kunnen we Lutske haar leven samenvatten? Heeft Lutske een gelukkig leven gehad? We zullen het niet weten. Ondanks de vrij grote hoeveelheid administratieve feiten kunnen we slechts gissen. Haar vader strierf toen ze 6 jaar oud was, haar moeder toen ze 15 was. Na haar 15de bleef ze eerst bij haar oudste zuster die met haar man op de boerderij was opgevolgd. Daarna woonde bij diverse mensen tot ze in 1721 na een goede opvoeding en met een uitzet trouwde. Met haar man trok ze weg naar Grijpskerk. Waarom zo ver weg? Trouwde ze beneden haar stand? Moest ze trouwen? Of gingen ze in de richting van haar nichten Antie en Marten Johannes die daar ook woonden? Hij moet daar de kost verdiend hebben. Werkte zij ook? Toen ze 32 was werd het geerfde land verkocht. Hadden ze geld nodig? Daar overleed haar man en ze hertrouwt met 35 jaar, kreeg nog een kind, en ook haar tweede man stierf. Als 45 jarige keerde ze naar haar geboorteplaats Ternaard terug. Dan woont ze als ze 50 is met haar zoon van ruim 25 en dochter van 15 in het huis van de net vacant geworden winkel op de Nieuwe Buren, een winkel die zij kennelijk bedrijft. Haar dochter Aafke trouwt met Reinder Pyters, mr bakker in Ternaard. Haar zoon Cornelis trouwt met Minke, de erfdochter van de winkel, en zo blijft ze daar in die familiekring. Na enige jaren verhuist ze naar de achterkamer, en vanaf 1772 kan ze niet meer werken, ze wordt "gealimenteerd". Ze sterft er in 1774, omstreeks 74 jaar oud, met al vijf kleinkinderen in het huis.
Postma, A.J., 2007. "Van Posthumus naar Postma - van Ternaard naar Kimswerd"; Ruurlo (2007).
(2019.02.23) begonnen 2012.09.27