Huiste
In Meppen (Westfalen) woonde een familie Huijste. Tenminste drie kinderen gingen naar Groningen.
Kinderen o.a.: Berent, Tetijn, Christina.
In de stad Groningen trouwden: 1700 Berent (zie hieronder); 1708 Tetijn Huiste (met Engelbert Butze, ze is weduwe van Andries Oomkes); 1708 Christina Huiste van Meppen (met Jan Bloem uit Asschendorp), neef Hendrik Harms treedt op als vertegenwoordiger.

Menso/Mensso/Mense) en NN
Kinderen in Emmen: 1673 kind(+1673), 1675 Roelefjen, 1679 Jantjen, 1682 Frerikjen, 1687 Egbert.
Het kerkboek van Emmen begint in 1673.
Menso verschijnt in 1672 in het haardstedengeld register (Emmen). Hij is "een keuter, maekt nu en dan wel een paer schonen ende verclaart hij Hovinge geen leer berijdt of kuipe daar op houdt" (haardstedengeld 1691). Hij betaalt f 2 belasting (1672, 1691, 1692).
Vanaf 1693 is Mensso alleen keuter en betaalt f 1 (1693 en 1695).

Berent en Mette/Metta
-   Berent was eerst getrouwd (28-06-1700, Groningen) met Catrina Tonnis (zij is een dochter van Jacob Tonnis). Berent Huijste is dan "van Meppen".
Het echtpaar verhuist naar Beerta.
Kinderen in Beerta uit dit huwelijk: 1701 Maria(+), 1703 Maria, 1705 Clara.
-   Berent huwt in 1714 met Mett(a/e).
Kinderen uit het tweede huwelijk, in Beerta: 1715 Stijntje, 1718 Berent.
Helaas geeft de dominee niet het patronimicum van de moeder terwijl er veel vrouwen met de naam Mette/Metjen zijn... Echter, er is een notitie bij het huwelijk van Berent Huiste en Mette Aijkes (GrA Toegang 731 inv. 7080 fol. 275 HC Beerta, 19 Januari 1714). Daaruit:
Gemelde getuigen bij het huwelijk zijn: van de bruidegom de ooms Jan Meijer en Berent Meijer; van de zijde der bruid wordt niemand vermeld, wel de "speciaal versochte getuijgen Alberts Jacobs en Luirt Jans".

De bruid brengt aan: Hondert gld in geriedes geldt, Vijfendertigs en een halve elk onversneden linnen, Negen bovenlakens, Drie paar kussen, dekens en een vuiren kaste, deze goederen blijven buiten de gemeenschap.

Egbert en Geertje
Het huwelijk van "Egbert Mensens Hovinge van Emmen en Geertien Willems van Zuijdtlaren" wordt in Noordlaren voltrokken omdat de dominee van Zuidlaren ziek is.
Kinderen in Annerveen (Zuidlaren): 1718 Grietjen, 1724 Jantjen.
Haardstedengeld Zuidlaren: Egbert Hovingh/Hovinge is keuter en schoenmaker, betaalt f 2 belasting (1743, 1754).
In 1748 staat in het successie register dat "de Weduwe van Egbert Hovinge tot Noordlaren door Albert Sants tot Rolde doen aangeven dat sij van haar Nigte Habbeltien Gastermans hadde geerfd de halve plaats door Jan Coops Huisinge tot Middelaren nagelaten, en heeft die helfte begrotet op twee Duisent Cargld en heeft daarvan de 30sten Pennink betaalt: 66-14-0."

Berent en Jantje
Bij hun huwelijk is hij van Beerta, zij van Zuitlaren.
Kinderen in Zuidlaren: 1750 Metje, 1753 Egbert, 1755 Berent, 1758 Willem, 1761 Geertje, 1763 Geesje, 1767 Jan, 1770 Hendrikje.
De namen van de eerste vijf kinderen zijn herkenbaar bij de grootouders. Zouden de namen Geesje, Jan, en Hendrikje daar ook nog ergens horen?

Berent wordt bakker in Zuidlaren.
Het haardstedenregister noemt hem als "keuter en bakker" (belasting f 2) in 1754, 1764, en 1774, en als "bakker" in 1784 (ook f 2). Hij is als tweede of derde in het register opgenomen waaruit kan volgen dat hij "centraal" in Zuidlaren woonde.
Bij Berents overlijden plaatst Jantje een advertentie in de "Groninger en Ommelander Courant" (18030408). Hij werd 85 jaar.

Enkele maanden later overlijdt plotseling dochter Geesje (advertentie 18030826, Gron. Cour.)

Het overlijden van Jantje (ze werd tenminste 78) is niet in de krant gemeld.

(2017.09.13)   begonnen 20100828