Johan van Blankenstein / Johan Mumm zu Rodentorn       (rh18754153)

Johann "Blankenstein"   XVI en Jutta van Apeltern.
Kinderen: ~1460 Maria (XV), Margaretha (genoemd Mumm Blankenstein).
(De romeinse cijfers geven het generatienummer in de genealogie RH.)

Op de grafmonumenten van zowel Maria als Catharina van Selbach, de dochters van Johan van Selbach (XIII), maarschalk, geb. ca.1480, komt bij de voorouderwapens het wapen van Mumm voor. Dat hoort bij Maria Mumm, grootmoeder van de eerste vrouw van Johan van Selbach.
Wie zijn de ouders van Maria Mumm?

De vader van Johan van Kleef genoemd Blankenstein was graaf Adolf II (1373-1448; vanaf 1417 hertog Adolf I) van Kleef, zo blijkt uit de aktes JvKB in NRW archieven. 
[ Helaas bestaat er veel verwarring, want volgens Akkermans et al. (1986) en ook volgens de akte uit 1474 zou Johan van Blankenstein een bastaardzoon zijn van Hertog Johan I (*1419, +1481) van Kleef en Griete van Apelter. Het regest van de akte uit 1474 geeft waarschijnlijk de inhoud van het oorspronkelijke document niet goed weer (om meerdere redenen). ]

Al in 1420 krijgt Johan van Blankenstein van zijn vader het huis Eil met boerderij toebedeeld (aktes JvKB in NRW).
Eyll ligt enkele km ten oosten van Kleef (zie kaartje). Johan zal toen vermoedelijk "volwassen" geweest zijn, was dus ca.1400 geboren. Vanaf 1430 krijgt hij ook jaarlijks 50 Goudgulden uit de opbrengst van de tol te Büdderich (stadje tegenover Wesel aan de Rijn). In 1437 schenkt Johan de hof "in den Eisen" onder Nutterden.
Maar dan, in 1438, gaat Johan trouwen. Adolf herroept de jaarlijkse geldelijke toelagen en geeft daarvoor in de plaats Johan en zijn vrouw Jutta van Appeltern het goed Clarenbeke bij Kleef en de boederij te Düffel. De goederen te Nutterden behouden ze.
Wie de ouders zijn van Jutta van Apeltern is nog onduidelijk.
[De akte uit 1474 heeft het over Griete van Apeltern; De archivaris die dat oude handschrift heeft "vertaald" heeft vermoedelijk Griete gelezen terwijl er wel Jutta zal staan.]

Wapen geslacht Mumm

Het wapen van het geslacht Mumm is een rood veld met een blauw-wit geblokte dwarsbalk.

Johan Blankenstein wordt ook wel Mumm zu Rodentorn genoemd.
Een belangrijke vraag is, waarom deze Johan het wapen van Mumm toebedeeld kreeg. Was Johan's moeder wellicht een telg uit het geslacht Mumm?

Een van de aktes met "Blankenstein" gaat over Adolf's buitenechtelijke dochter: "Onser natuerliken Dochter Elizabetchen von Clarenbeck", die dan (1433) in het Clarissen klooster bij Hörde (Dortmund) woont en die hij inkomsten geeft. (Ene Elizabeth van Kleve was daar 1344 toegetreden en werd er 1348 Abdis.)
Johan heet "Blankenstein". Er is een grote hoeve met de naam Blankenstein aan de zuidkant van het dorp Niel (tussen Kraneburg en de Waal, zie kaartje).
Het kan dus zijn, dat Adolf zijn buitenechtelijke kinderen benoemde naar de plaats waar hun moeder woonde.

Als Adolfs liefje dat Johan baarde een meisje Mumm was, is de vraag wie de vader van dat meisje is. Het geslacht Mumm was vooraanstaand. Het leverde meerdere burgemeesters van Arnhem.
De vader Mumm die in aanmerking zou komen moet zeker voor ca.1350 geboren zijn want die hypothetische dochter zou in 1400 zeker ongeveer 18 jaar oud geweest moeten zijn. Daar past Rudolf Mumm (+1431) bij. Deze Rudolf Mumm had aanzien in het (toen nog) hertogdom Kleef. Hij bezocht in 1419 de stad Wesel en daar werd hem "den Wein geschenkt", een eerbetoon voor mensen van stand met hoge functies. Hij was in 1419 Drost van Orsoy (op de linker oever van de Rijn, in het zuidelijke einde van het hertogdom Kleef).

De familie Mumm krijgt meer bezittingen in en bij Wesel want Roloff Mumm (+ ca.1536) kocht in 1514 het kasteel Schwartzenstein ten oosten van Wesel aan de Lippe, hertogdom Kleef (zie onderaan in genoemde website). Daardoor ging het "Schwartzenstein" wellicht over op alle leden van deze tak van de familie Mumm. De naam Mum-Schwartzenstein op het ca. 1600 gemaakte grafmonument voor Catharina van Selbach, de veel jongere halfzuster van Maria van Selbach, is daarmee verklaard.

De familie Mumm   1350-1550

De familie (van) Mumm (of ook Mum/Mom) heeft vele bestuurders voor de stad Arnhem en voor andere plaatsen geleverd.

De oudst bekende Mumm is Gerardus Mumme, Borg en Getuige van Graaf Gerhard van Gelre bij het verleenen van eenige voorregten, enz. aan de stad Utrecht in 1177 (zie P.Gouda Quint, 1884).

Frederic Momme, x Johanna van der Pol.
 
Rudolf Mumm, +1430/31; x NN van Diem (van Didam?).
Raadsheer Arnhem; later Drost von Orsoy. In 1408 beleend met Hoeverlach te Didam.
Kinderen o.a.: Rudolf (zie hieronder).
 
Rudolf Mumm, *voor 1400, +1471/74; Schepen en Burgemeester van Arnhem 1441-71.
1. huwelijk met Lutgard. In 1444 beleend met Roode Toren (oost Betuwe).
2. huwelijk met Aleid van Baer.
Kinderen o.a.: Rudolf (+ ca.1536).
 
Rudolf Mumm (+ ca.1536). Kocht 1514 het Schloss Schwarzenstein bij Wesel. Gehuwd met Maria van Hüchtenbrock, dochter van Bernhard van Hüchtenbrock en Belie van Coevorden.
Deze tak heet later Mumm zu Schwarzenstein.

Frederic Momme. Hij is getuige bij de overdracht van het huis van zijn broer Jorden, te Blankenvoorde op 25-06-1359, samen met zijn bloedverwanten Sweder van Voorst en Frederik van der Eze.
 
Rudolf Mumm (+1431). Hij was raadsheer te Arnhem en later Drost van Orsoy (hertogdom Kleef) aan de Rijn (iets ten zuiden van Wesel). In 1408 wordt hij beleend met Hoeverlach te Didam (iets ten oosten van Zevenaar, in de Liemers, hertogdom Kleef).
Hij krijgt bij een bezoek aan de stad Wesel (hertogdom Kleef) in 1419, aldaar door de stad de erewijn aangeboden. Wegens bewezen diensten en het verlies van een paard wordt hij door hertog Adolf van Cleve op 25-05-1420 voor het leven met Hoevelach te Didam beleend; dus niet als erfgenaam van zijn vader. Dit was kennelijk geen erfelijk leen, toch schijnt het geslacht Mom/Mumm er nog lang mee beleend te zijn geweest, Hoevelach was in 1456 nog in hun bezit en wordt dan "eene Riddermatige bezitting" genoemd. Hij is Drost (rechtelijk en bestuursambtenaar) van de stad Orsoy (htgd. Kleef). Hij krijgt in 1421 van Mattthias van Hulst een deel van een Huis in pand, een pandschap dat hij enige jaren later afstaat aan Graaf Frederik van Meurs, in wiens geslacht het verder bleef. Samen met Wijnant van Doernyck, Mekeren, en Poelwick is hij Burgemeester te Arnhem en deze drie komen in 1425 voor in stadsrekeningen aldaar. Hij, met 57 andere adelijke personen, geven op verzoek hun denkbeelden te kennen omtrent het recht van erfpachtheren, ingeval dat erfpachters hun erfpachtgoed eigenmatig vervreemden, 28-05-1430. [Uit genealogieonline ]

Rudolf Mumm (+1471). Rudolf is van 1441-1471 afwisselend Raad, Schepen en Burgemeester van Arnhem. Hij sterft vermoedelijk in 1471 of kort daarna.
Hij wordt beleend met den Hof te Driel in 1431. In 1444 krijgt hij de "Rode Toren" in leen. De burcht de Rode Toren lag vlak bij Heteren (aan de Rijn tegenover Renkum).
Uit een publikatie van P.Gouda Quint (1884): In 1444 transporteerde Willem v. Heteren den Rooden Toren aan Roelof Mom, zoon v. Roelof Raadsheer te Arnhem en N.v. Diem of Didam. Deze Roelof Mom was zelf ook van 1441-71 voortdurend afwisselend Schepen, Raad en Burgemeester van Arnhem, alwaar hij woonde in een huis in de Bakkerstraat, dat vele jaren het eigendom van hem en zijne nazaten bleef.
Tien jaren nadat hij eigenaar van den Rooden Toren was geworden, in 1454, werd dit kasteel ten behoeve en op last van Hertog Arnold v. Gelder door Otto van den Stade, Ambtman van Over-Betuwe (Jan. 1449 - Julij 1457) belegerd en veroverd. Genoemde Ambtman zorgde daarbij voor de belegeraars de krijgsbehoeften en levensmiddelen, die van Nijmegen moesten aangevoerd worden, en daaronder: "vijftichste halff quart bernwijns in enen vaetkijn" (een vaatje inhoudende 49? kwart brandewijn). Wat de reden van deze belegering was en hoe lang de Roode Toren het tegen den vijand uithield, heb ik niet kunnen ontdekken.

Gegevens ontleend aan o.a.:
Akkermans, A.J.M., van den Heuvel, M.A.M., en Krosenbrink, G.J.H. (eds.), 1986. "Zevenaar, stad in de Liemers". Zutphen: De Walburg Pers. ISBN 9789060115169. Zij citeren: Schmölling, F., "Untersuchungen zur Geschichte des Rittergeschlechtes (von) Schmölling". 1980.
P.Gouda Quint, Arnhem 1884; Geldersche volks-almanak voor het schrikkeljaar 1884.
De stamboom Mom, genealogieonline.         Haus Schwarzenstein         Burg Blankenstein

Terug naar de kwartierstaat van Smulling.

(2018.05.19)   rh18754153.html oorspronkelijk 2012.04.07