Cons van Selbach (*~1485, +1535/1540)

Johan van Selbach (*~1440 Crottorf, Siegerland) kreeg meerdere kinderen. Twee zoons zijn hier van belang.

Johan van Selbach (*1483) verliet Crottorf om al voor 1510 in dienst te treden bij Johan Van Wisch, heer van Terborg in het graafschap Zutphen. Zijn broer
Cons/Coert/Conrad van Selbach (*~1485) ging met hem mee of kwam later ook naar het graafschap Zutphen.

Cons trouwt in 1525 met Catharina Hackfort, zeer vermoedelijk de dochter van Jacob IV van Hackfort, die gehuwd was met Margriet van Essen. Het huwelijk duurt niet lang want Catharina overlijdt in 1533 (zie aktes Cons). Uit oude aktes van het huis Hackfort blijkt dat Cons bezit kreeg in het graafschap Zutphen. Cons overleeft zijn vrouw niet lang, hij overlijdt voor 1540.

De Hackforts waren een belangrijke adelijke familie in het graafschap Zutphen. Voor meer over het geslacht zie de Hackforts. Voor Cons van Selbach, en daarom ook voor Johan van Selbach, zijn de ouders van zijn vrouw van belang: Jacob IV van Hackfort en Margriet/Margaretha van Essen.
Deze Jacob en Margriet hadden meerdere kinderen, daaronder Bernd (*~1480), Hindrik (+1526), Henrica, en Catharina. Bernd vH trouwde in 1504 met Margaretha van Egmond, een bastaard dochter van Karel van Egmond, hertog van Gelre.

In 1502 treedt Bernd in dienst van Karel, hertog van Gelre, in de strijd tegen keizer Karel V om de hegemonie in de noordelijke gewesten van de Nederlanden. Bernd/Berend erft na zijn vaders dood in 1503 het kasteel Hackfort. Hij wordt later legeraanvoerder en zal diverse ambten in Gerle en Zutphen vervullen. Ook is hij enige tijd Drost van Overijssel. In 1534 wordt hij Drost op het kasteel Schuilenburg (een rustiger baan?).
Johan Van Selbach treedt in 1517 ook in dienst van Gelre. Hij, met medecommandant Johan van Golstein, is ook deel van het legertje de "Zwarte Hoop" dat plunderend door Holland trekt. In 1522 wordt Johan aanvoerder van het leger dat Coevorden voor de hertog van Gelre verovert en Johan wordt Drost van Drenthe.

In de tijd dat Johan Drost van Drenthe was heeft hij ook met bestuurszaken in de omliggende gewesten te maken, vooral met die in Groningen en Ommelanden. De Gelderse Drost van de stad Groningen, Jasper van Merwijck, raakt verwikkeld in de onenigheden van de verschillende facties in de stad en ook met hun streven de macht van Gelre niet te groot te laten worden. Om als bestuurder te overleven moest hij wel eens schipperen, tot ongenoegen van Karel van Gelre. Het is zo ernstig, dat Karel van Gelre in 1530 Jasper van Merwijck naar Arnhem gebiedt waar hij gevangen gezet wordt. Dan worden de klachten tegen Jasper opgetekend uit de monden van de Drost van het Oldambt, Roloff Huynge, de Drost van Drenthe, Johan van Selbach, de voormalig stadhouder van Overijssel, Bernd van Hackfort, en de hoofdeling en proost van de borg Farmsum (bij Delfzijl), Bolo Ripperda. Wat betreft Ripperda gaat het om de ombouw van zijn borg tot fort. Van Selbach en van Hackfort beschuldigen van Merwijck ervan Ripperda ten sterkste ontraden te hebben in die ombouw mee te gaan. [Bron: Rinzema, 1998]

In 1536 is het echter met de macht van Karel van Gelre gedaan. Bernd vH (die intussen Heer van Westerwolde en de burcht Wedde is) wordt met Bolo Ripperda, heer van Farmsum, in 1536 bij Appingedam door een leger van keizer Karel V gevangen genomen, Johan moet Coevorden opgeven. Deze mannen hebben kennelijk toch voldoende aanzien want ze worden in landen van vazallen van keizer Karel V aangesteld: Bernd wordt Drost van het graafschap Berg, Johan wordt Drost in het zuiden van het hertogdom Berg, van Windeck vlak bij Crottorf.

In 1533 overlijdt de vrouw van Cons, Catharina van Hakvoort. Catharina had in 1526 van het Huis Vorden ⅔ geerfd, ⅓ deel was naar nicht Henrica (x van Ripperda) gegaan. Bij Catharina's dood gaat het ⅔ deel terug naar haar moeder, terwijl Cons het vruchtgebruik van Vorden krijgt (zie van Veen, 1942). De moeder van Henrica, Maria van Munster, doet (met haar tweede man Michiel van Eck) in 1535 afstand van haar deel in de eventuele erfenis van Huis Vorden ten gunste van dochter Henrica.

Cons overlijdt enkele jaren daarna en er ontstaat onenigheid over diens erfenis. Er is een acte uit 1540 waarin de zaak wordt bijgelegd in aanwezigheid van: de "segsluiden" Christoffel van Munster (een zwager van Cons?) en Alphons van Till (beide uit de streek om Zelhem in het graafschap Zutphen) voor de klager Bol(a/o) Riperda, heer van Vermissum/Farmissum (=Farmsum in Groningen), alsmede de "segsluiden" Otto Keye en Johan Golstein voor Johan van Selbach. Uiteindelijk worden de regelingen vastgelegd door Bernd van Hackfort (dann Drost van Berg). Het gaat om wederzijdse verplichtingen en schuldvereffeningen.

De familierelaties van Hackfort (vH), van Selbach (vS) en Riperda zijn als volgt (de familierelaties met Ripperda zijn overgenomen uit Genealogie Ripperda).

Karel van Gelre


Jacob IV vH x Margriet van Essen


 

Johan vS x Margaretha vLgH


 

Margaretha
van Egmond

 x  Bernd vH
(~1480-1557)

Hindrik vH x Maria
 (+1526)    van Münster

 Catharina vH
(+1533)

x
(1525)

Cons vS
(+ kort voor 1540) 

Johan vS
Drost Drenthe

 

huwelijk bleef kinderloos

 

Jacoba vH   Agnes vH

Henrica vH
x Hayo
Ripperda

zoon van Bolo

   

 Johan vS
x Griete
(Schulte
Emmen)

De hoofdpersonen kenden elkaar als bestuurders onder hertog Karel van Gelre.
In 1525 was broer Cons van Johan van Selbach met een zuster van Bernd vH getrouwd. Waarschijnlijk niet lang daarna trouwde Henrica vH met Hayo Ripperda.   De dood van Cons leidt tenslotte in 1540 tot nadere regelingen van de erfenis.

Terug naar de kwartierstaat van JvS en MvLgH.

Tettero, M. Genealogie Ripperda
Rinzema, A., 1998. " De stadhouder en de houding van de stad. Jasper van Merwijck als Gelders stadhouder in Groningen". In "Het noorden in het midden", D.E.H. de Boer et al., (red.); van Gorcum
van Veen, J.S., 1942. In "De Nederlandsche Leeuw", Jg 42, p.75

(2018.11.24)     rh-cons1485.html   oorspronkelijk 2012.02.27