Johann/Jan is 1820 geboren in Bunderhee (in Ost Friesland).
Hij deed in 1840 belijdenis in de kerk. Het belijdenis dokument ("Herinnering") is in het nederlands gesteld (in Ost-Friesland was tot laat in de negentiende eeuw de voertaal in de kerk nederlands).

Johan werd meesterknecht op de boerderij van twee oude mensen. Daar werkte hij 13 jaar en kon in 1853 een huis met land kopen in Holthusen (tussen Eems en Nieuwe Schans). Onder het koopcontract zet hij zijn handtekening (Jan Friedrichs Wiesenhan) en "gelezen en goedgekeurd".

Antje is geboren in 1828, in Bunderhammrich (in Ost Friesland).
Antje deed belijdenis in 1847. Ook haar belijdenis dokument ("Herinnering") is in het nederlands gesteld.
Toen ze volwassen was deed ze 9 jaar de huishouding van een ander echtpaar. Ze was 13 jaar verloofd met Johan F Wiesenhann.

Omdat het door Johan gekochte huis met land nog niet afbetaald was, wilde hij nog niet met z'n verloofde Antje trouwen, alhoewel zij voor die koop al geld geleend had.    Ze huwden pas in 1857.

Johan werd boer in Holthusen op een lang perceel (zie kaart). Geleidelijk aan werd er ook land bij gekocht.
De kaart is getekend door Heinrich Wiesenhann (architekt te Bunde, kleinzoon van Johan en Antje) op een door hem gemaakte stamboom waarop ook de leden van de "Meentelandkommission" (zie onder) voorkomen.

Kinderen: 1858 Jacob (+1862), 1860 Friedrich, 1861 Tjabbe, 1867 Tallina.

Van Antje is bekend, dat ze goed zong. Ze werd wel "die schwedische Nachtigall" genoemd. Ze was een geestige vrouw.

Jan (Johan) was lid van de gemeenteraad. Hij was rechtschapen en werd vraagbaak van het dorp. Hij stond als boer in hoog aanzien. Er was eens een grote strijd om "meentelanden", waarin hij een belangrijke bemiddelende rol vervulde en zijn standpunt bevestigd zag. De meentelanden commissie is gefotografeerd.
Links. Foto van de 6 wijzen, die tussen 1872 en 1883 in de "Meentelandkommission" zaten en disputen hebben geslecht.
Van links, met naam (beroep, woonplaats):
Wehmeier (Drechsler en Kaufmann, Weener), Depping (Boer, Holthusen), Müller (Boer, Tichelwarf), Dirksen (Boer en Bürgermeister, Holthusen), J F Wiesenhann (Boer en gemeenteraadslid, Holthusen), Siemens (Bäckermeister, Tichelwarf), Albers (Weener).

Johan vond leren belangrijk en ging wel bij ouders langs om ze te vragen of hun kinderen wel naar school gingen. De naam Wiesenhann had in die streek nog tot midden 20ste eeuw een grote betekenis.

In 1893 werd Johan rentenier. Toen hij 74 jaar was, verwondde hij zijn hand, spoelde de hand af in een sloot, kreeg een bloedvergiftiging en stierf (in 1894).

Antje verhuisde naar Jemgum, waar zoon Frits hoofd van de school was. Zij stierf in 1907.

Naar de kwartierstaat met JFW & AJM.